Gelet op de uitspraak van de Afdeling van 17 augustus 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2239) moet bij de maximale invulling echter worden uitgegaan van de planologische mogelijkheid van de bouw van sleufsilo’s met verpakte kuilvoeropslag tot op de erfscheiding. De StAB merkt op dat kenmerkend voor opslag juist is dat daaromtrent weinig activiteit plaatsvindt. In dat geval is slechts in zeer beperkte mate sprake van aantasting van de privacy (lees: onder het oude bestemmingsplan) , in tegenstelling tot de woonfunctie (lees: nieuwe bestemmingsplan) die zich kenmerkt door permanente aanwezigheid van mensen. Zelfs als vanwege beperkingen op grond van het burenrecht binnen twee meter uit de perceelgrens geen ramen (in de bijgebouwen) aanwezig mogen zijn, zoals eiseres stelt, is de afstand tot de woningen van aanvragers zodanig kort dat in vergelijking met de oude situatie de privacy in behoorlijk grote mate is afgenomen. Er is daarom naar het oordeel van de StAB sprake van zwaar planologisch nadeel (7-10%).
Tussen partijen is niet meer in geschil dat de drempel vanwege het NMR 5% zou moeten bedragen.
Rb Noord-Nederland 30-08/19 inzake Aa en Hunze (ECLI:NL:RBNNE:2019:3775)
Noot: zie overzichtsuitspraak planschade ABRS 28-09/16 inzake Zutphen (ECLI:NL:RVS:2016:2582) overweging 2.2 en O&A 2018 afl 2: de meest ongunstige invulling kan voor de ene schadefactor (bijvoorbeeld privacyverlies) een andere zijn dan voor een andere schadefactor (bijvoorbeeld uitzichtverlies). Maar het kan niet zo zijn dat per planologische invulling “selectief gewinkeld” wordt: dus niet voor geluidshinder uitgaan van een scherm van 10 meter en voor uitzicht van een scherm van 2 meter.