Maximale hoogte: aanvullende werking bouwverordening

De rechtbank heeft in de tussenuitspraak, onder verwijzing naar voormelde uitspraak van de Afdeling van 29 mei 2013, ECLI:NL:RVS:2013:CA1347, terecht geoordeeld dat – anders dan waarvan het college in zijn besluitvorming uitgaat – met “kleine, niet voor bewoning bestemde gebouwen” ook de maximale bouwhoogte is gegeven, hetgeen betekent dat voor de aanvullende werking van de bouwverordening geen ruimte is. Dat, zoals het college heeft aangevoerd, in de Algemene bepalingen bij de oude planvoorschriften, anders dan in de uitspraak van 29 mei 2013 het geval was, geen maatvoering is bepaald voor de na toestemming van het college toegelaten kleine gebouwen, maakt het voorgaande niet anders. Met “kleine” is reeds een hoogtebeperking gegeven en daarmee is een bouwhoogte van 15 meter niet verenigbaar. Evenmin zijn hiermee lange loodsen met een omvang zoals door het college is voorgestaan, verenigbaar.

ABRS 12-04/16 inzake Kerkrade (ECLI:NL:RVS:2017:1022).