Indien in een advies van een door een bestuursorgaan benoemde onafhankelijke en onpartijdige deskundige op objectieve wijze verslag is gedaan van het door deze deskundige verrichte onderzoek en daarin op inzichtelijke wijze is uiteengezet welke feiten en omstandigheden aan de conclusies ervan ten grondslag zijn gelegd en deze conclusies niet onbegrijpelijk zijn, mag dat bestuursorgaan bij het nemen van een besluit op een aanvraag om tegemoetkoming in planschade van dat advies uitgaan, tenzij concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid of volledigheid ervan naar voren zijn gebracht.
Op de aanvrager rust in beginsel de bewijslast, indien hij een op een advies van een onafhankelijke en onpartijdige deskundige gebaseerd oordeel van het bestuursorgaan over het bestaan van schade, over de omvang van deze schade of over het oorzakelijk verband tussen de gestelde schadeveroorzakende planologische verandering en de gestelde schade, bestrijdt.
De bestuursrechter kan een taxatie slechts terughoudend toetsen. Daarbij is van belang dat de waardering van onroerende zaken niet slechts door het toepassen van een taxatiemethode plaatsvindt, maar daarbij ook de kennis, ervaring en intuïtie van de desbetreffende deskundige een rol spelen.
De maatstaf bij de te verrichten toetsing is niet de eigen waardering door de rechter van de nadelen van de planologische wijziging, maar de vraag of grond bestaat voor het oordeel dat het bestuursorgaan, gelet op de motivering van het advies van de door het bestuursorgaan ingeschakelde deskundige, zich bij de besluitvorming niet in redelijkheid op dat deskundigenoordeel heeft kunnen baseren. Dit laat onverlet dat de besluitvorming dient te voldoen aan de eisen die het recht aan de zorgvuldigheid en de motivering stelt en dat de rechter de besluitvorming daaraan dient te toetsen.
12.2. Aan het taxatierapport van Lobs kan niet de door [appellant] gewenste betekenis worden toegekend. Dat rapport berust niet op een juiste planologische vergelijking. Zo blijkt uit dat rapport bijvoorbeeld niet dat Lobs rekening heeft gehouden met de in het advies van de SAOZ van 10 mei 2016 vermelde bouwmogelijkheid van bebouwing in vijf bouwlagen binnen het plangebied bij de maximale invulling van het oude planologische regime.
12.3. Bij het vaststellen van de WOZ-waarde wordt niet, zoals bij het maken van een planologische vergelijking, gekeken naar de maximale invulling van het desbetreffende planologische regime, maar is vooral de feitelijke situatie bepalend.
[appellant] heeft geen gegevens overgelegd waaruit blijkt dat bij het vaststellen van de WOZ-waarde voor het jaar 2008 acht is geslagen op de criteria die voor een aanvraag om tegemoetkoming in planschade van belang zijn en dat rekening is gehouden met de maximale mogelijkheden van het bestemmingsplan. Derhalve treft het beroep op de indicatieve betekenis van de WOZ-waarde bij het bepalen van de waarde van de woning op de peildatum onder het oude planologische regime geen doel.ABRS 29-05/19 inzake Nissewaard (ECLI:NL:RVS:2019:1780)
Noot: geen nieuws onder de zon, maar wel een duidelijk overzicht van de toetsing door de Afdeling.
De Afdeling benoemt expliciet de kennis, ervaring en intuïtie van de taxateur; niet direct een weging van/door NRVT