Maatwerk bij gedoogplicht TenneT

Beregeningsverbod en verbod op vliegen met drones staan niet in de weg aan gedoogplicht. Maar TenneT moet wel rekening houden met biologisch dynamisch landbouwbedrijf.

Geen noodzaak tot onteigening; gedoogplicht volstaat.

Het betoog van [appellant sub 1] dat de LTO de standaardovereenkomst niet meer toereikend acht en dat daarom het aanbod van TenneT op voorhand onredelijk is, slaagt naar het oordeel van de Afdeling niet. Dat de LTO de aangeboden standaardovereenkomst niet meer toereikend acht, betekent niet dat de minister om die reden het aanbod van TenneT op voorhand als niet redelijk en serieus heeft moeten beschouwen (zie de uitspraak van de Afdeling van 8 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1597, onder 2.3). Ook dat TenneT een standaardovereenkomst hanteert waarvan zij in beginsel niet wenst af te wijken, betekent niet dat haar voorstel op voorhand als onwerkelijk of onredelijk moet worden aangemerkt (zie de uitspraak van de Afdeling van 18 december 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2468, onder 3.2.4). Zoals in 19.1 is overwogen, moet de minister zich ervan vergewissen dat een serieuze en redelijke poging is ondernomen om langs minnelijke weg tot overeenstemming te komen. Daarbij is echter niet alleen van belang of volgens de minister de door TenneT aan de rechthebbende aangeboden standaardovereenkomst met bijbehorende AB een redelijk voorstel is. Als de belangen van de betrokkene daartoe aanleiding geven, dan moet afgeweken kunnen worden van de standaardovereenkomst met de bijbehorende AB. De Afdeling zal dat in de overwegingen hierna bij haar beoordeling betrekken.

Verder sanctioneert de Afdeling Beregeningsverbod en verbod op vliegen met drones. De Afdeling acht het feit dat TenneT bij haar aanbod vasthoudt aan een zakelijk recht voor onbepaalde duur, niet onredelijk.

Biologisch dynamisch landbouwbedrijf. Niet in geschil is dat het biologisch dynamische landbouwbedrijf van [appellant sub 1], bij het optreden van contaminatie op de landbouwgronden, de SKAL-certificering kan verliezen waardoor de continuïteit van het bedrijf in gevaar wordt gebracht. Het risico op contaminatie van de gronden is het grootst tijdens de aanlegfase van de verbinding, wanneer de percelen moeten worden betreden met machines, materiaal en schoeisel die mogelijk vervuilende stoffen met zich dragen. Gelet op de belangen van [appellant sub 1] bij voortzetting van zijn landbouwbedrijf had het naar het oordeel van de Afdeling op de weg gelegen van TenneT om, in afwijking van de standaardovereenkomst met de bijbehorende AB, in te gaan op tegenvoorstellen om maatwerk te leveren.

Kunnen de rechtsgevolgen in stand blijven? De Afdeling is van oordeel dat, met de intusssen gedane toezeggingen en gemaakte nadere afspraken over het treffen van perceelspecifieke aanvullende maatregelen, voldoende waarborgen zijn geboden om het gevaar van contaminatie van de landbouwpercelen van [appellant sub 1] effectief tegen te gaan en tegemoet is gekomen aan zijn belangen.

Het voorgaande laat onverlet dat op TenneT de wettelijke verplichting rust eventuele schade te vergoeden. Ingevolge artikel 14 van de BP kan [appellant sub 1] zich ten aanzien van geschillen over de vergoeding van vermogensschade als gevolg van de hoogspanningsverbinding tot de burgerlijke rechter wenden. In dit verband kan [appellant sub 1] ook interpretatiekwesties over volgens hem onredelijk bezwarende bedingen voorleggen.

De Afdeling is van oordeel dat geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat de belangen van [appellant sub 1] bij het voortzetten van zijn biologisch dynamische landbouwbedrijf redelijkerwijs onteigening vorderen. Bij de beoordeling of de belangen van een rechthebbende redelijkerwijs geen onteigening vorderen moet worden bezien wat het actuele gebruik van de gronden is (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 12 augustus 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2592, onder 11.3).

ABRS 28-06/23 inzake Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ECLI:NL:RVS:2023:2378 en ECLI:NL:RVS:2023:2381)

Noot: Hoogstate heeft eerder in een driedeskundigencommissie wel geconcludeerd dat schade optreedt vanwege beperkingen vliegen drones en beregening.