ABRS: Bij de waardering van onroerende zaken spelen niet alleen de taxatiemethode, maar ook de kennis en ervaring van de deskundige een rol. De bestuursrechter beoordeelt daarom slechts of het bestuursorgaan de taxatie in redelijkheid aan zijn besluit ten grondslag heeft mogen leggen. Verder moet de besluitvorming voldoen aan de eisen die het recht aan de zorgvuldigheid en de motivering stelt en moet de rechter toetsen of de besluitvorming aan die eisen voldoet.
Het college heeft in het nieuwe besluit vermeld dat het is nagegaan of De Jager ter zake deskundig is en of hij het perceel heeft bezocht en heeft geconstateerd dat dat het geval was. Niet in geschil is dat De Jager het perceel van [appellant sub 1] heeft bezocht. [appellant sub 1] heeft verder niet betwist dat De Jager recentelijk een aantal planschadetaxaties heeft uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant. Dat, naar [appellant sub 1] stelt, deze taxaties zijn uitgevoerd in gemeenten die ver verwijderd liggen van Dongen, betekent niet dat De Jager alleen al daarom onvoldoende kennis zou hebben van de lokale situatie. Een taxateur kan immers ook als hij niet in de buurt van de te taxeren locatie werkzaam is, op de hoogte raken van lokale ontwikkelingen in een bepaalde periode, bijvoorbeeld door het raadplegen van (openbare) bronnen.
Invloed WOZ
ABRS Naar het oordeel van de Afdeling heeft het college hiermee niet voldaan aan de aan hem in de tussenuitspraak gegeven opdracht. Hoewel het college terecht heeft gesteld dat de WOZ-taxaties met een heel ander doel tot stand zijn gekomen dan de taxaties die in het kader van de verzoeken om tegemoetkoming in planschade zijn opgesteld, volgt uit vaste jurisprudentie van de Afdeling (vergelijk bijvoorbeeld de overzichtsuitspraak planschade van 28 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2582, onder 4.7) dat van het bestuursorgaan kan worden verlangd dat het zijn besluit van een nadere motivering voorziet in geval een aanzienlijk verschil bestaat tussen de WOZ-waarde en de taxatie in het kader van planschade. Of die nadere motivering in dit geval noodzakelijk is, kan pas worden beoordeeld nadat duidelijk is van welke WOZ-waarden rondom de peildata moet worden uitgegaan. Het college heeft dit niet inzichtelijk gemaakt. Zijn stelling dat de taxatie en de daaruit voortkomende waarden geen opvallende afwijkingen vertonen van de WOZ-waarden van de [locatie 1] rondom de peildata is alleen al daarom onvoldoende onderbouwd.
ABRS 25-03/20 inzake Dongen (ECLI:NL:RVS:2020:876)
Noot: te hopen is dat tuchtrechter NRVT zich aansluit bij beoordeling ABRS inzake de lokale bekendheid. Dat komt de duidelijkheid ten goede, maar of de tuchtrechter dat een voldoende argument vindt, staat nog te bezien.