ABRS 01-07/15 inzake Drimmelen (ECLI:NL:RVS:2015:2075).
De Afdeling over de invulling van de criteria van het normaal maatschappelijk risico:
Verder wordt in aanmerking genomen dat de woning van [appellant sub 2] binnen het bebouwingslint past en dat de structuur niet afwijkt van andere woningen in de omgeving. Dat de woning van [appellant sub 2], naar de SAOZ heeft opgemerkt en door de rechtbank is gevolgd, op een te korte afstand van de woning van [appellant sub 3] is gelegen, onderschrijft de Afdeling daarbij niet. De kortste afstand is ongeveer 31 meter, hetgeen een behoorlijke afstand is. Deze afstand komt bovendien overeen met de bebouwingsmogelijkheden in het voorheen geldende regime. Zo was onder het bestemmingsplan “Buitengebied” op een kortste afstand van ongeveer 30 meter een agrarisch bouwwerk, geen gebouw zijnde, toegestaan. In dat opzicht kan niet worden aangenomen dat [appellant sub 3] bijzondere nadelen ondervindt in zijn woon- en leefklimaat. Ten slotte is het nadeel dat [appellant sub 3] door de komst van de woning van [appellant sub 2] heeft geleden, 2,6 % van de waarde van de onroerende zaak, beperkt.
7.4. De slotsom is dat de komst van de woning van [appellant sub 2] geheel in de lijn van de verwachtingen lag. Aangezien het nadeel niet uitzonderlijk is, had de rechtbank, gelet op het advies van Tog Nederland dat [appellant sub 2] in beroep heeft ingebracht, tot het oordeel moeten komen dat de waardevermindering van 2,6% van de onroerende zaak als gevolg van de komst van de woning van [appellant sub 2] tot het normaal maatschappelijk risico van [appellant sub 3] behoort.
Noot: SAOZ concludeerde in haar advies dat gelet op de geringe afstand tot de woning de schade niet geheel binnen het normaal maatschappelijk risico viel.