Invordering dwangsom e.d.: rekening houden met financiële draagkracht overtreder

Bij de invordering van geldbedragen na handhavingsbesluiten, zoals dwangsommen of kosten van bestuursdwang, moet een bestuursorgaan rekening houden met alle relevante omstandigheden. Dat zijn ook omstandigheden die al bij de handhavingsbesluiten zelf aan de orde konden komen. Het gaat met name om de financiële draagkracht van de overtreder, de mate waarin de overtreding aan de overtreder te wijten is, de noodzaak van afschrikking en mogelijke samenloop van verschillende sancties.

Dit staat in de conclusie van de staatsraad advocaat-generaal Wattel die hij 4 april 2018 heeft uitgebracht. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State had hem in januari 2018 gevraagd om een conclusie te nemen in een handhavingszaak. De zaak gaat over de invordering van bedragen door de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu vanwege de illegale opslag van voor verwerking geïmporteerd afval op een perceel in Hardenberg. De staatssecretaris had de importeur van het afval eerder een dwangsom opgelegd. Omdat de man de afvalstoffen niet op tijd verwijderde en verwerkte, heeft de overheid het afval zelf opgeruimd (bestuursdwang). De staatssecretaris heeft de verbeurde dwangsom ingevorderd en de kosten voor het verwijderen van de afvalstoffen op de man verhaald. Maar volgens de man zijn er omstandigheden waardoor de staatssecretaris de bedragen had moeten matigen of helemaal had moeten afzien van invordering, onder meer omdat hij door de verschillende sancties failliet zou gaan en de rest van zijn leven zou moeten afbetalen.

Conclusie 04-04/18 staatsraad A-G (ECLI:NL:RVS:2018:1152).