Wet voorkeursrecht gemeenten; verzoek prijsbepaling ingetrokken; beslissing over de vergoeding van de kosten voor juridische en andere deskundige bijstand (artikel 13 lid 7 en 6 Wvg op de voet van artikel 50 Ow).
Remise010 heeft verschillende partijen ingeschakeld voor juridische en andere deskundige bijstand. Zij heeft een totaaloverzicht van de kosten in het geding gebracht. Remise010 maakt aanspraak op vergoeding van in totaal € 536.354,72 (exclusief BTW).
Rechtbank: Naar het oordeel van de rechtbank is deze zaak, hoewel naar zijn aard ingrijpend, in juridisch en taxatieopzicht niet buitengewoon ingewikkeld. Uiteindelijk gaat het bij de prijsbepaling om de begroting van de werkelijke waarde (artikel 40b Ow) van een aantal percelen. De juridische discussie heeft zich in het bijzonder toegespitst op de vraag of sprake is van een complex. Het antwoord op deze vraag is van grote invloed op de prijsbepaling, maar deze vraag is als zodanig niet bijzonder ingewikkeld en rechtvaardigt daarom niet zonder meer het besteden van een zeer groot aantal uren aan juridische en andere deskundige bijstand.
In dit geval staat niet ter discussie dat alle gedeclareerde werkzaamheden werkelijk zijn verricht, maar wel is in geschil of het redelijk is dat de kosten daarvan in volle omvang voor rekening van de gemeente komen. Eén van de aspecten die daarbij een rol kan spelen, is de redelijkheid van de inzet van het aantal advocaten en partijdeskundigen. De rechtbank is van oordeel dat de opgevoerde kosten zo hoog zijn dat Remise010 in redelijkheid niet mocht verwachten dat al deze kosten ten laste van de gemeente kunnen worden gebracht. Een redelijk handelend opdrachtgever, die zich mede rekenschap geeft van de gerechtvaardigde belangen die de gemeente beoogt te dienen, zou tegen de door de advocaten en deskundigen gehanteerde werkwijze en tijdsbesteding en daarmee gepaard gaande kosten bezwaar hebben gemaakt, althans dat had van Remise010 verwacht mogen worden als zij meent dat al haar kosten door de gemeente vergoed moeten worden.
Dit alles leidt ertoe dat de rechtbank de gemeente zal veroordelen om aan Remise010 in totaal € 253.160,43 aan kosten in de zin van artikel 13 lid 6 Wvg te betalen. (€ 229.220,43 aan kosten van juridische bijstand plus € 23.940,00 aan kosten van andere deskundige bijstand).
Rechtbank Rotterdam, 07-08/24 inzake Rotterdam/Remise010 (ECLI:NL:RBROT:2024:7416)
Noot: René van Hoogmoed was in deze zaak een van de rechtbankdeskundigen. De gemeente trok verzoek om prijsvaststelling in, met naar eigen zeggen als argument grote twijfels over de kwaliteit van het advies op gebied van complexafbakening en residuele waardering. Met aldus het risico van verwerving tegen een voor de gemeente te hoge prijs.