ABRS: Gelet op de inhoud van voormelde stukken en het verhandelde ter zitting is de Afdeling van oordeel dat [appellant sub 1], als redelijk denkend en handelend koper, na kennisneming van voormelde documenten geen rekening hoefde te houden met de kans dat op de gronden achter haar perceel de tweede fase van het bouwplan De Hucht alsnog zou worden ontwikkeld, waardoor de planologische situatie ter plaatse in een voor haar ongunstige zin zou veranderen. De planologische wijziging was derhalve voor [appellant sub 1] niet voorzienbaar.
ABRS 07-03/08 inzake Utrechtse Heuvelrug (ECLI:NL:RVS:2018:772).
Noot: het komt aan op de omstandigheden van het geval; zie in min of meer gelijke zin ABRS 26-07/17 inzake Weesp (ECLI:NL:RVS:2017:2026).