Aldi vordert primair een schadeloosstelling op grond van art. 7:309 B.W. Bij de beoordeling van die vordering dient het navolgende tot uitgangspunt.
De wetgever heeft met het in dit artikel geformuleerde criterium dat huurbeëindiging plaatsvindt in verband met de omstandigheid dat het gebouwde zal worden afgebroken ‘met het oog op de uitvoering van werken in het algemeen belang’, met name gedacht aan werken waarvoor in de regel ook onteigening kan plaatsvinden. Hoewel de reikwijdte van art. 7:309 te veel zou worden ingeperkt indien zou moeten worden aangenomen dat slechts aan het criterium wordt voldaan indien het uit te voeren nieuwe werk, waarvoor de afbraak plaatsvindt, berust op een of meer op het tot stand brengen van dat nieuwe werk gerichte overheidsbesluiten, zal wel de eis moeten worden gesteld dat het hier bedoelde algemeen belang ten minste uitdrukking heeft gevonden in concreet, openbaar gemaakt overheidsbeleid dat (mede) met de uitvoering van het betrokken nieuwe werk wordt gerealiseerd.
Gesteld nog gebleken is dat onteigening voor de realisering van het plan mogelijk zou zijn geweest. verzoek om vergoeding van schade op de voet van art. 7:309 BW afgewezen.
Subsidiair heeft Aldi op de voet van art. 7:297 BW een vergoeding van de verhuis- en inrichtingskosten gevorderd. Daar gaat het vervolg van de procedure over.
Rechtbank Rotterdam (kantonrechter) 17-04/20 inzake Aldi (ECLI:NL:RBROT:2020:3600)