Vanwege huurontbinding geldt dat [verhuurder] wordt veroordeeld tot betaling van (volledige) schadeloosstelling als bedoeld in artikel 7:310 lid 2 BW.
De kantonrechter stelt voorop dat MindWize c.s. geen begin heeft gemaakt met het inzichtelijk maken van haar schade, terwijl dit wel van haar verwacht had mogen worden Zij heeft in dit kader slechts gesteld dat bij de bepaling van de schadeloosstelling aansluiting dient te worden gezocht bij de bepaling van de schadeloosstelling zoals deze krachtens de Onteigeningswet plaatsvindt. Verder stelt zij onder punt 81 van haar conclusie van eis in reconventie: “Aangezien in beginsel de datum van de (onverhoopte) ontbinding van de huurovereenkomsten de datum is vanaf welke de schade door Huurders wordt geleden, worden Huurders graag op dat moment bij akte in de gelegenheid gesteld hun schade (…) nader te onderbouwen.” Voor zover MindWize c.s. daarmee heeft bedoeld dat zij in de gelegenheid moet worden gesteld op de datum van ontbinding een akte te nemen wordt dit verzoek afgewezen. Wel zal MindWize c.s. in de gelegenheid worden gesteld een akte te nemen ter onderbouwing van haar schade. [verhuurder] heeft ter zitting immers erkend dat MindWize c.s. recht heeft op de vergoeding als bedoeld in artikel 7:310 lid 2 BW, al betwist zij wel dat schadeloos moet worden gesteld overeenkomst de Onteigeningswet.
Rechtbank Noord-Holland, 27-10/21 (ECLI:NL:RBNHO:2021:10977)