Hoogspanningsverbinding en gezondheid

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 29 december 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BO9217, brengt het in gebruik nemen van een hoogspanningsverbinding onder meer met zich dat daar omheen een magnetisch veld ontstaat. De sterkte van een magnetisch veld op een bepaalde plaats is afhankelijk van de hoeveelheid stroom die wordt getransporteerd of gebruikt, maar is ook sterk afhankelijk van de afstand van de bron die het veld veroorzaakt. Hoe groter de afstand tot de hoogspanningsverbinding, des te sneller neemt de veldsterkte af. Verder is voor de sterkte van het magneetveld van belang de omstandigheid of de hoogspanningsverbinding bovengronds of ondergronds wordt aangelegd.

Voorts staat in die uitspraak dat bij effecten op de gezondheid onderscheid wordt gemaakt tussen korte termijn effecten (directe effecten) en lange termijn effecten. De korte termijn effecten worden veroorzaakt door de opgewekte elektrische stroom in het lichaam. Voor de gesignaleerde lange termijn effecten is geen aannemelijk biologisch mechanisme vastgesteld. Er zijn in Nederland geen wettelijke normen gesteld voor de blootstelling van de bevolking aan deze velden.

Om korte termijn effecten te voorkomen wordt, op grond van de laagste blootstelling waarbij effecten kunnen optreden, een referentieniveau van 100 microtesla (hierna: µT) gehanteerd. Dit is het door de Europese Unie aanbevolen niveau voor magnetische veldsterkte, welke waarde ook in Nederland wordt gehanteerd. In Nederland wordt volgens het achtergrondrapport leefomgevingskwaliteit de advieswaarde van 100 µT op maaiveldniveau nergens overschreden, ook niet direct onder bovengrondse hoogspanningsverbindingen.

Met betrekking tot de lange termijn effecten is op rijksniveau beleid ontwikkeld. Dit beleid is gebaseerd op het Europese voorzorgbeginsel. Bij de aanleg van een bovengrondse hoogspanningsverbinding kan in redelijkheid bij het magneetveldvoorzorgsbeleid worden aangesloten. In overweging 17.2 wordt dat beleid nader geduid.

ABRS 01-02/17 inzake PS Noord-Holland (ECLI:NL:RVS:2017:238).

Zie ook ABRS 25-03/15 inzake Eindhoven (ECLI:NL:RVS:2015:914): Geen (bewijs van) gezondheidsschade door (UMTS-)antennes.