Hier wel verkrijgende verjaring

De rechtbank acht het ontbreken van een (hoog) hekwerk aan de slootkant niet doorslaggevend voor de vraag of de bewoners (of hun rechtsvoorganger) de strook grond in bezit genomen hebben en sprake is van bezitsverlies aan de kant van het hoogheemraadschap. Uit het inrichten van de strook grond als tuin en het aanbrengen van walbeschoeiing alleen kan geen ondubbelzinnig bezit worden afgeleid. Door het op duurzame wijze aanbrengen van een terras of vlonder op de strook grond, al dan niet in combinatie met een door de bewoner aangebrachte beschoeiing, is het bezit van het hoogheemraadschap wel verloren gegaan. Hierdoor kon het hoogheemraadschap niet meer vrijelijk beschikken over de grond onder het terras/de vlonder. Het terras/de vlonder was bovendien goed zichtbaar voor het hoogheemraadschap waardoor het bezit een openbaar karakter heeft.

De rechtbank komt tot het oordeel dat sprake is van bezit te goeder trouw en dat de verjaringstermijn van 10 jaar (ruimschoots) is voltooid, zodat de bewoners door verkrijgende verjaring eigenaar of erfpachter zijn geworden van de strook grond.

Rechtbank Den Haag 26-03/25 inzake Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard (ECLI:NL:RBDHA:2025:5068)