Het hof stelt voorop dat het begrip “gebruik” niet wordt gedefinieerd in overeenkomst 1C. Het komt dus aan op uitleg, waarvoor als maatstaf het Haviltex-criterium geldt. Dit betekent dat de betekenis van de break-optie moet worden vastgesteld aan de hand van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid en van hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (HR 5 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8101).
Hierbij is van belang dat het hier gaat om een commercieel contract tussen professionele partijen, waarover uitgebreid is onderhandeld en ter zake waarvan beide partijen juridische bijstand hebben genoten. Gelet op deze omstandigheden dient als uitgangspunt groot gewicht te worden toegekend aan de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van de gebruikte bewoordingen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 08-11/22 (ECLI:NL:GHARL:2022:9511)