Beroep op vernietiging koopovereenkomsten vanwege dwaling en oneerlijke handelspraktijk afgewezen, mede door betrokkenheid consument-koper bij de handel.
[eiser] heeft in de periode 2008 tot en met 2012 via of van De Twaalf Provinciën c.s. meerdere landbouwgronden gekocht, in het kader van grondspeculatie. [eiser] vindt dat De Twaalf Provinciën c.s. daarbij bewust onjuiste informatie aan hem heeft verstrekt over de aard van de grond, het rendement en de aan de koop verbonden risico’s. Volgens hem is er daarom sprake van dwaling of een oneerlijke handelspraktijk en moeten de koopovereenkomsten worden vernietigd en/of heeft hij recht op schadevergoeding. De rechtbank wijst de vorderingen. De verkoopbrochure wees voldoende duidelijk op de risico’s, benadrukte dat de koopsom substantieel boven de landbouwkundige waarde lag en feitelijke was er sprake van (enige) warme ligging ten opzichte van bestaande bebouwing.Beroep op dwaling is verjaard: [eiser] heeft al in 2013 besloten zijn percelen van de hand te doen, echter zonder succes. Vanaf 2018 is [eiser] samen met 183 andere grondeigenaren betrokken geweest bij een procedure (massaclaim) van Stichting Claim [bedrijf] . Vanaf dat moment was hij er derhalve mee bekend dat niet alleen hij, maar ook vele andere grondeigenaren, de percelen grond niet verkocht kregen. Dat betekent dat hij in ieder geval vanaf dat moment met een redelijke mate van zekerheid bekend was met het feit dat de percelen grond zonder bestemmingswijziging niet (althans zeer moeilijk) verkoopbaar waren. Voorzover [eiser] zijn beroep op dwaling baseert op de onverkoopbaarheid van de percelen grond, had hij binnen drie jaren nadat hij daarmee bekend was, zijn vordering moeten instellen of een stuitingshandeling moeten verrichten. Nu dit niet is gebeurd, is zijn vordering verjaard.
Rechtbank Noord-Holland 01-10/25 (ECLI:NL:RBNHO:2025:11109)
Noot: De rechtspraak over grondspeculatie, waarbij de koper achteraf spijt heeft, is casuïstisch. Zie bijvoorbeeld onze eerdere publicatie. Zie ook de uitgebreide conclusie in deze zaak A-G 17-10/25 inzake claim schending notariële zorgplicht (ECLI:NL:PHR:2025:1132)
In april 2024 heeft het Kadaster een rapport gepubliceerd, getiteld “Beleggingspercelen in Nederland. Een verkenning naar de omvang en impact van het fenomeen”. Voor zover relevant is daarin geconcludeerd:
“Op de al aangewezen ontwikkellocaties vinden we tevens de incidentele situaties dat particulieren hun beleggingskavels weer (al dan niet verplicht) hebben verkocht. Wat tot de constatering leidt dat de directe impact van beleggingspercelen op projectontwikkeling beperkt lijkt te zijn. Wat overigens niet wil zeggen dat dan ook sprake is van een succes voor de beleggers. In de gevonden voorbeelden (hoofdstuk 5.4) worden de particuliere beleggers geconfronteerd met verplichte verkoop of onteigening, waardoor de belegging minder oplevert dan verwacht.”
Noot 2: Zie ook het interessante item van televisieprogramma Radar van afgelopen week over dit onderwerp. Met onder meer een toelichting van hoogleraar notarieel recht Leon Verstappen op de notariële zorgplicht.
