Geen verkeersbesluit: geen nadeelcompensatie

De Afdeling begrijpt het hoger beroep van [appellante] zo dat zij betoogt dat het handelen van de gemeente aangemerkt moet worden als het – impliciet – nemen van een verkeersbesluit. In dit kader wijst zij op de geplaatste verkeersborden waarmee de Burgemeester van Dijklaan voor meerdere maanden afgesloten is geweest en de correspondentie naar de omwonenden. Dit betekent volgens haar dat er sprake is van processuele connexiteit en dat het college ten onrechte haar bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard.

5.       De Afdeling stelt vast dat een groot gedeelte van de Burgemeester van Dijklaan gedurende een periode van tien maanden vrijwel onafgebroken afgesloten is geweest voor verkeer. Anders dan [appellante] betoogt, kan enkel het feitelijk handelen van het college door het plaatsen van borden en het informeren van buurtbewoners over de afsluiting, niet worden aangemerkt als een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Voor een besluit is onder andere vereist dat het gaat om een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan. Hiervan is niet gebleken.

Op de zitting bij de Afdeling heeft het college erkend dat het geen verkeersbesluit heeft genomen en dat het dit, in ieder geval voor de tweede rotonde, wel had moeten doen, omdat deze werkzaamheden langer hebben geduurd dan vier maanden. Dit volgt ook uit artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994, gelezen in samenhang met artikel 12, aanhef en onder a, en artikel 37, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

6.       Omdat het college nog geen verkeersbesluit heeft genomen, heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat niet is voldaan aan het vereiste van processuele connexiteit. Vergelijk ook de uitspraak van de Afdeling van 23 augustus 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:2241). Dat het college dit wel had moeten doen, maakt dit niet anders. Dit betekent dat het college het bezwaar van [appellante] terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het hoger beroep van [appellante] is daarom ongegrond.

Hoe nu verder?

7.       Met deze uitspraak is er een einde gekomen aan de behandeling van het verzoek om nadeelcompensatie van [appellante] van 3 februari 2022. De Afdeling geeft partijen mee dat het, gelet op wat op de zitting is besproken, in de rede ligt dat het college alsnog een verkeersbesluit neemt voor de afsluiting van de Burgemeester van Dijklaan voor de periode september 2021 tot en met juni 2022 en een eventueel vervolgens door [appellante] ingediend verzoek om nadeelcompensatie inhoudelijk in behandeling neemt.

ABRS 23-07/25 inzake Capelle aan den IJssel (ECLI:NL:RVS:2025:3405)

Noot: formeel een juiste aanpak, maar voor de aanvrager van nadeelcompensatie wel een omslachtige procedure.