BW artikel 5:79 lid 1 jo. 5:78 sub a. Vernietiging. De eigenaars van het heersende erf hebben nog altijd een redelijk belang bij de uitoefening van de erfdienstbaarheid. Geen opheffing of wijziging van de erfdienstbaarheid.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2024:7326)
Noot:
Artikel 78
De rechter kan op vordering van de eigenaar van het dienende erf een erfdienstbaarheid wijzigen of opheffen:
- op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de erfdienstbaarheid niet van de eigenaar van het dienende erf kan worden gevergd:
- indien ten minste twintig jaren na het ontstaan van de erfdienstbaarheid zijn verlopen en het ongewijzigd voortbestaan van de erfdienstbaarheid in strijd is met het algemeen belang.
Artikel 79
De rechter kan op vordering van de eigenaar van het dienende erf een erfdienstbaarheid opheffen, indien de uitoefening daarvan onmogelijk is geworden of de eigenaar van het heersende erf geen redelijk belang bij de uitoefening meer heeft, en het niet aannemelijk is dat de mogelijkheid van uitoefening of het redelijk belang daarbij zal terugkeren.