[appellant sub 2] betoogt dat hij zich pas nadat TenneT overeenstemming had bereikt met de erfpachter vrij voelde om met TenneT een overeenkomst te sluiten. De efficiencypremie was toen inmiddels vervallen. TenneT had deze premie alsnog moeten aanbieden. Nu dit niet is gebeurd, is geen sprake van een redelijke poging van TenneT om langs minnelijke weg tot overeenstemming te komen.
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer de uitspraak van 30 mei 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BW6968), behoeft de minister de hoogte van de aangeboden vergoeding niet te toetsen. De minister dient te onderzoeken of de voorstellen tot vergoeding niet op voorhand als onwerkelijk en onredelijk moeten worden aangemerkt. Doet die situatie zich voor, dan is immers geen sprake van een serieuze en redelijke poging en is dus niet aan de uit artikel 2, vijfde lid, voortvloeiende overlegverplichting voldaan.
ABRS 17-05/17 inz. Vijfhuizen – Zoetermeer (ECLI:NL:RVS:2017:1285).