Vordering in kortgeding tot betaling van een voorschot op schade vanwege bodembeweging door aardgaswinning. Een agrariër vordert betaling van een voorschot van ruim € 3.000.000,- vanwege de kosten van herstel (herbouw) van enkele stallen en een mestsilo die volgens hem ernstig zijn beschadigd door bodembeweging. De schade aan de stallen betreft vooral de mestkelders. Daarnaast is een van de stallen na een storm ingestort.
NAM heeft bestreden dat de schade het gevolg is van – kort gezegd – de aardgaswinning. Beide partijen beroepen zich op uitgebreide rapporten van deskundigen. Het hof oordeelt dat het causaal verband tussen de gestelde schade en bodembeweging vanwege) de aardgaswinning niet zo duidelijk is dat toewijzing van de vordering in kortgeding gerechtvaardigd is. Wel toewijsbaar is de vordering tot vergoeding van de in het verleden vastgestelde kosten van herstel van diverse scheuren. Ook de vordering betreffende de herstelkosten van de bovenbouw van de ingestorte stal vindt het hof toewijsbaar. Op deze herstelkosten wordt een deel van de door de agrariër ontvangen verzekeringsuitkering vanwege stormschade als voordeel in mindering gebracht. Per saldo wijst het hof een bedrag van € 408.000,- toe.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 12-02/19 inzake NAM (ECLI:NL:GHARL:2019:1285)