Fosfaatrechten in dit geval geheel voor pachter

7:376 BW. Verpachter wil ontbinding van de pachtovereenkomsten die hij heeft met de pachter, onder meer omdat de pachter fosfaatrechten heeft verkocht. De verpachter vindt dat de fosfaatrechten aan hem toebehoren en wil 50% van de waarde daarvan ontvangen. Het hof is het daar niet mee eens. De fosfaatrechten komen in deze zaak volledig toe aan de pachter. Er is geen (andere) reden om de pachtovereenkomst(en) te ontbinden. Dat betekent dat de pachter pachter blijft en het hof het vonnis van de pachtkamer bekrachtigt.

verpachter] heeft op grond van de rechtspraak van dit hof evenmin aanspraak op de fosfaatrechten. Gelet op de omvang, duur en de tijdstippen van eigendomsoverdracht, voldoet de pachtverhouding tussen [pachter] en [verpachter] niet aan de voorwaarden uit het arrest van dit hof van 26 maart 20191. Die luiden voor zover van belang:
– tussen verpachter en pachter bestond op 2 juli 2015 een reguliere pachtovereenkomst of een geliberaliseerde pachtovereenkomst die bij het aangaan 12 jaar of langer duurt;
– het betreft hoevepacht of pacht van minimaal 15 ha grond.
De op 2 juli 2015 bestaande pachtovereenkomst gaat om 6.15.40 ha en die pachtovereenkomst is aangegaan voor een kortere duur dan 12 jaar. De reguliere pachtovereenkomst voor perceel [plaats B] gaat om 1.69 ha en draagt onvoldoende bij. Er bestaat dus geen aanspraak van [verpachter] op de fosfaatrechten.

Pachtkamer Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23-02/21 (ECLI:NL:GHARL:2021:1697)