Exploitatie supermarkt: mogelijkheid van 1.000 m2 planologisch verlaagd naar 500 m2

Anders dan [appellant] betoogt, heeft de door de StAB ingeschakelde taxateur zijn stelling in het taxatierapport (op blz. 18) over de kwaliteit van de supermarktlocatie, te weten dat de locatie van de onroerende zaak op een aantal elementen ondergeschikt is in relatie tot de kwaliteit van concurrerende supermarktvoorzieningen, voorzien van een onderbouwing. Een uitgebreide onderbouwing is opgenomen in het van het taxatierapport deel uitmakende rapport van Knowledge in Store waarin de kwaliteit van de supermarktlocatie, mede afgezet tegen concurrerende supermarktvoorzieningen, gedetailleerd is besproken.

Tot slot wordt [appellant] evenmin gevolgd in zijn betoog dat de taxateur in het taxatierapport (op blz. 20) met betrekking tot de marktwaarde vóór en na de planologische wijziging zijn conclusie dat de locatie [locatie 1] voor een supermarkt geen rendabele optie is, onvoldoende heeft onderbouwd. Deze conclusie is gebaseerd op de uitgebreide beoordeling van de locatie in zowel het taxatierapport als het daarvan deel uitmakende rapport van Knowledge in Store.

Dit betekent dat de StAB wordt gevolgd in haar conclusie dat de onroerende zaak op de peildatum in de oude planologische situatie zijn hoogste waarde ontleende aan de feitelijke situatie en niet aan de mogelijkheid van een ontwikkeling tot een supermarkt.

ABRS 27-09/17 inzake Hardenberg (ECLI:NL:RVS:2017:2599).

Noot: een uitspraak die duidelijk maakt hoe verschillend in situaties als deze de taxatie benaderingen kunnen zijn.