Erfpacht waterleidingbedrijf loopt door

Eiseres is de eigenaar van het terrein en heeft de rechten van gedaagde opgezegd, omdat gedaagde volgens haar de activiteiten voor de drinkwatervoorziening op het terrein heeft beëindigd en gedaagde ernstig tekortschiet in de nakoming van de verplichtingen op grond van de overeenkomsten van erfpacht en opstal. Als deze overeenkomsten niet zijn beëindigd door opzegging, zijn deze volgens eiseres vervallen, althans dienen deze te worden ontbonden. Eiseres vraagt aan de rechtbank om het erfpachtrecht in ieder geval op te heffen of te wijzigen, zodat het erfpacht niet meer geldt voor het hele terrein, maar alleen voor het gedeelte dat in gebruik is voor het aanjaagstation en bij een derde.

De rechtbank wijst de vorderingen af, omdat in 2008 al door de rechter is beslist dat gedaagde haar activiteiten ten behoeve van de drinkwatervoorziening op het terrein niet heeft beëindigd en de omstandigheden nadien niet zijn veranderd. Ook is gedaagde niet in ernstige mate tekortgeschoten in haar verplichting om het terrein te onderhouden en beheren. Omdat bij het vestigen van het erfpachtrecht afspraken zijn gemaakt over wanneer het erfpachtrecht eindigt, bestaat er in dit geval geen ruimte voor gedeeltelijke opheffing van het erfpachtrecht door de rechtbank.

Rechtbank Rotterdam 23-06/21 inzake waterleidingbedrijf Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2021:5502)