Vonnis Rechtbank Middelburg 16-07/14, niet gepubliceerd.
Een toevoeging aan de Rechtbankuitspraken die inmiddels zijn gedaan betreffende het al dan niet “elimineren” van een lucratief bestemmingsplan.
De rechtbank volgt deskundigen in hun oordeel dat de woonbestemming waarvoor onteigend wordt moet worden geëlimineerd, omdat sprake is van de “juridische planologische vastlegging van een, ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan, al bestaand concreet plan voor het werk waarvoor onteigend wordt”.
In tegenstelling tot andere Rechtbankuitspraken, zoals het onlangs op deze website behandelende vonnis Rechtbank Rotterdam 21-05/14 inzake Gorinchem (RBROT:2014:4822), overwegen deskundigen dat er in dit geval geen aanleiding is om te rekenen met een “verwachtingswaarde”.
Aldus wordt teruggevallen op de agrarische waarde.
Noot: zie ook Rechtbank Noord-Holland 18-06/14 inzake BBL,Haarlemmermeer (RBNHO:2014:6601) waarin ook niet gerekend wordt met een verwachtingswaarde, na het elimineren van het lucratieve bestemmingsplan.