Taxatie
7. [appellant] betoogt dat de taxatie niet voldoet aan de vereisten dat deze bevoegdelijk en deskundig moet worden uitgevoerd. Hij betoogt in zijn zienswijze dat het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek zag op de eerder ondeugdelijk uitgevoerde taxatie. Dit gebrek is, volgens hem, niet hersteld. Hij stelt zich op het standpunt dat in dit advies ten onrechte een taxatie is uitgevoerd door een daartoe niet bevoegde adviseur. Volgens hem dient een taxatie door een registertaxateur ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs (hierna: NRVT) te worden uitgevoerd. Daarvan is hier geen sprake.
Hofmans betwist verder dat de adviseur door kennis en ervaring deskundig is. Daarnaast bestrijdt hij de stelling van de SAOZ, dat het niet nodig is om een NRVT-taxateur op de zaak te zetten, omdat dit bij planschadeprocedures volgens SAOZ helemaal niet nodig is, gegeven de bijzondere aard van de waardering die nogal afwijkt van wat bij NRVT- marktwaardetaxaties gebruikelijk is. Volgens hem is niet relevant dat deze taxatie niet de verkoop van het object tot doel heeft. Daarvoor is met een ‘marktwaardetaxatie’ geen relevant verschil. Het doel is de waarde van het object vast te stellen bij verkoop naar inzicht van een redelijk denkend en handelend koper. Hofmans stelt dan ook vast dat er materieel geen verschil is in de taxaties en persisteert in zijn standpunt dat deze bevoegdelijk én deskundig dienen te worden uitgevoerd.
7.1. In de inleiding van het advies van de SAOZ dat het college ten grondslag heeft gelegd aan het besluit van 14 juni 2022 wordt gesteld dat ten behoeve van de advisering over de aanvraag tot tegemoetkoming in planschade, de opsteller van het advies, in de hoedanigheid van kandidaat register makelaar taxateur (KRMT) en als deskundige geregistreerd bij het Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen (hierna: LRGD) de onderhavige onroerende zaak heeft gewaardeerd.
Het is de Afdeling niet gebleken dat de opsteller van het advies van de SAOZ aan het college en aan [appellant] een schriftelijke verklaring ter beschikking heeft gesteld, waaruit, onder meer, blijkt dat en waarom hij objectief bezien en controleerbaar kan worden aangemerkt als deskundige ter zake van het taxeren van een object als hier aan de orde. De Afdeling stelt verder vast dat de opsteller van het advies van de SAOZ in het, door de SAOZ in haar advies bedoelde LRGD, voor zover hier van belang, staat ingeschreven met als specialisaties planschade en nadeelcompensatie. De opsteller van het advies staat in dit register – anders overigens dan enkele andere medewerkers van de SAOZ – niet ingeschreven voor de specialisatie taxatie.
Het betoog van de opsteller van het advies dat hij zelf van mening is dat hij desondanks door opleiding, inschrijvingen en ervaring volledig gekwalificeerd is om de onderhavige waardering te verrichten, is, zonder inzichtelijke onderbouwing daarvan, die ontbreekt, niet voldoende om de door het betoog van [appellant] gewekte twijfel aan de deskundigheid van deze adviseur ter zake van het taxeren van een object als hier aan de orde, weg te nemen.
Dat, zoals in het advies van de SAOZ is gesteld, in een planschadezaak niet louter de marktwaarde bepalend is voor de taxatie van de waarde van een onroerende zaak, impliceert, anders dan de SAOZ betoogt, niet dat de taxatie van de waarde daarvan niet behoeft te worden verricht door een deskundig taxateur en dat kan worden volstaan met een taxatie van een planschadedeskundige, die niet tevens is gekwalificeerd als taxateur.
Het betoog slaagt. ABRS 28-12/22 inzak Meijerijstad (ECLI:NL:RVS:2022:3983)
Noot: de Afdeling heeft eerder overwogen dat NRVT-eis niet aan planschade taxateur gesteld kan worden; bijvoorbeeld ECLI:NL:RVS:2019:3302. In de onderhavige uitspraak overweegt de Afdeling dat niet objectief waarneembaar en controleerbaar kan worden vastgesteld dat de taxateur voldoende deskundig is voor taxatie van het onderhavige vastgoed. In LRGD staat hij weliswaar ingeschreven als specialist planschade en nadeelcompensatie, maar niet als taxateur. Een trendbreuk? Het lijkt er op dat niet de NRVT-eis aan een taxateur wordt gesteld, maar dat er wel vastgesteld moet kunnen worden dat die taxateur voldoende deskundig is.
Noot 2: zie ook ECLI:NL:RVS:2022:625: Zoals het college ter zitting terecht heeft gesteld, maakt de omstandigheid dat de tuchtklacht NRVT gegrond is verklaard, niet dat de rechtbank de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit niet in stand kon laten. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 2 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3302, is een bestuursorgaan bij het nemen van een planschadebesluit niet gebonden aan een uitspraak van het tuchtcollege NRVT. Dat geldt ook voor de rechtbank bij de beantwoording van de vraag of de rechtsgevolgen van een vernietigd besluit in stand kunnen worden gelaten.