De SAOZ heeft in de in haar advies van 18 oktober 2017 opgenomen taxatie geen referentieobjecten opgevoerd. Dit maakt op zichzelf niet dat het college het advies van de SAOZ niet aan zijn besluitvorming ten grondslag mocht leggen. Hiertoe is van belang dat onroerende zaken niet alleen op basis van gevalsvergelijking worden getaxeerd, maar ook de kennis, ervaring en intuïtie van de deskundige een rol spelen. Dat dit met zich brengt dat een gemaakte taxatie lastig te beoordelen is, is inherent aan taxatie. Ook ingeval referentieobjecten worden opgevoerd, zoals in het door [appellant] overgelegde rapport van Van Hoogmoed Taxatie- en Adviesbureau o.z. B.V. (hierna: Van Hoogmoed) van 21 december 2017, dient de taxateur, zoals Van Hoogmoed ook te kennen geeft, de referenties te corrigeren voor hun afwijkende kenmerken. [appellant] heeft naar het oordeel van de Afdeling niet aannemelijk gemaakt dat de door de SAOZ gemaakte taxatie voor onjuist moet worden gehouden.
ABRS 07-02/18 inzake Zwartewaterland (ECLI:NL:RVS:2018:380).
Noot: De SAOZ komt tot een taxatie zonder enige onderbouwing c.q. zonder referenties te noemen. De contra-expertise noemt juist wel referenties en “vertaalt” die naar het te taxeren vastgoed. Een algemeen toegepaste en onder omstandigheden zelfs vereiste aanpak. Als de Afdeling dan desondanks de niet onderbouwde taxatie van de SAOZ sanctioneert, dan wordt de taxatie van de door de gemeente benoemde planschade adviseur (taxateur?) nagenoeg onaantastbaar. In bijvoorbeeld de uitspraak ABRS 17-05/17 inzake Breda (ECLI:NL:RVS:2017:1293) was de Afdeling (nog) wel kritisch en werd een oordeel over de gebrekkige taxatie van de door de gemeente benoemde planschade adviseur gegeven .