De eigenaar heeft het als begraafplaats geselecteerde perceel verpacht en wil er uitsluitend vrijwillig afstand van doen indien hij in ruil daarvoor andere pachtgrond terugkrijgt. De gemeente bezit een perceel pachtgrond dat geruild kan worden en publiceert haar voornemen tot de ruil en de daarop volgende verkoop van het geselecteerde perceel aan de aspirant-beheerder van de begraafplaats. De beide pachters van de verschillende percelen willen in kort geding een verbod hebben op de voorgenomen ruil en op de voorgenomen verkoop.
De voorgenomen transacties vinden hun aanleiding in de wettelijke verplichting van de Gemeente, uit hoofde van artikel 38 en 40 lid 3 van de Wet op de lijkbezorging, om ervoor zorg te dragen dat SvAM (samenwerking Amersfoortse Moskeeën) de grond voor een islamitische begraafplaats op redelijke voorwaarden in eigendom kan verwerven. De Gemeente mag haar eigen grondposities inzetten voor het realiseren van beleidsdoelen. Dat valt binnen de haar toekomende beleidsruimte. De Gemeente is niet gehouden om exclusief gebruik te maken van publiekrechtelijke instrumenten uit de Omgevingswet zoals een voorkeursrecht of onteigening. Van misbruik van bevoegdheid is dus ook geen sprake.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23-07/24 (Kort-Geding) inzake Amersfoort (ECLI:NL:GHARL:2024:4816)
Noot: De mededingingsruimte (waar op basis van gelijkheidsbeginsel “iedereen” mag meedingen) door middel van een selectieprocedure hoeft niet te worden geboden indien bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de aankoop. In deze omstandigheden ziet het Hof slechts één gegadigde (de eigenaar van de grond die gemeente wil verwerven) en oordeelt het Hof dat de gemeente niet gehouden was om het perceel grond te (gaan) onteigenen. De rechtbank oordeelde eerst nog anders.