Vonnis Rechtbank Gelderland inzake onteigening ruwe bouwgrond bedrijventerrein Barneveld 28-03/18 (–nog– niet gepubliceerd); ter griffie is cassatieverklaring afgegeven.
Eerder publiceerde Hoogstate op haar website het hiervoor genoemde vonnis van de rechtbank Gelderland:
- bouwterrein, dus BTW-belast
- met als gevolg dat BTW over de deskundigenkosten art. 50 OW hier wel verrekenbaar zijn en de gemeente daarom de deskundigenkosten exclusief BTW dient te vergoeden.
De onteigeningsadvocaat van de gemeente omschrijft (klik hier) dat recent als volgt:
Als een bouwterrein kwalificeert onbebouwde grond die kennelijk bestemd is om te worden bebouwd met een of meer gebouwen of een gedeelte van een gebouw. Onder een gebouw moet ingevolge art. 11 lid 3 onderdeel a Wet OB 1968 (alsook art. 12 lid 2 Btw-richtlijn) worden verstaan ‘ieder bouwwerk dat vast met de grond is verbonden’. Uit de parlementaire geschiedenis (Kamerstukken II 1995/96, 24 703, nr. 3) volgt dat ‘bouwwerk’ ruim moet worden geïnterpreteerd en ook bijvoorbeeld wegen onder het begrip ‘gebouw’ vallen.
Daarmee is volgens de gemeente in onderhavig geval sprake van een met BTW belaste levering. De rechtbank volgt de gemeente in dit betoog. Op grond hiervan dient de gemeente 21% over de werkelijke waarde van het onteigende aan de onteigenden als schade te vergoeden. De BTW over de kosten van deskundige en juridische bijstand kan door de onteigenden worden verrekend en komt dus niet voor vergoeding in aanmerking.