Bindend advies erfpachtcanon: vernietigbaar ? Conclusie A-G

In 2012 zijn de VvE en de gemeente overeengekomen bindend advies te vragen aan drie deskundigen over de nieuwe canon vanaf 2010. Daartoe hebben zij ieder een eigen deskundige aangewezen, waarna deze twee deskundigen gezamenlijk een derde deskundige als voorzitter hebben aangewezen.

Op 18 november 2013 is het bindend advies uitgebracht. Daarin is vermeld dat de bindend adviseurs unaniem van mening zijn dat de marktconforme jaarcanon per 1 januari 2010 moet worden bepaald op € 55.000,-. Daarbij is uitgegaan van een grondwaarde van in totaal € 1.800.000,-, een depreciatie van de grondwaarde van 20% en een canonpercentage van 3,75%.

1.

Bij eindvonnis van 29 juni 2016 heeft de rechtbank Noord-Holland het bindend advies in de daarin begrepen taxatie in stand gelaten.

2.

Bij arrest van 30 januari 2018 (ECLI:NL:GHAMS:2018:298) heeft het gerechtshof Amsterdam het eindvonnis van de rechtbank bekrachtigd. Het hof overwoog, kort samengevat voor zover in cassatie van belang, het volgende:

Een bindend advies is op grond van art. 7:904 BW vernietigbaar indien gebondenheid aan de beslissing van de bindend adviseurs in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming daarvan in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Deze maatstaf houdt een terughoudende toetsing door de rechter in. Dat de gemeente één van de partijen bij het bindend advies is, betekent niet dat het bindend advies mede moet worden getoetst aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Het hof overweegt onder meer dat het advies, mede gebaseerd op marktkennis, ervaring en intuïtief inzicht, voldoende gemotiveerd is

3.

Conclusie A-G 24-05/19 (ECLI:NL:PHR:2019:627) inzake gemeente Bloemendaal

De conclusie strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

Noot: zie de art. 7:904 BW verankerde maatstaf voor vernietiging van een bindend advies. Het begrip bindend advies ziet op de aan een partij of derde(n) opgedragen beslissing die de vaststelling behelst van hetgeen tussen partijen rechtens geldt, op grond van een vaststellingsovereenkomst in de zin van art. 7:900 BW. Art. 7:904 lid 1 BW bepaalt dat die beslissing (slechts) vernietigbaar is indien gebondenheid daaraan “in verband met inhoud of wijze van totstandkoming daarvan in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn”.

Noot 2; Hoogstate is met regelmaat betrokken bij bindende adviezen canon bepaling en is bekend met de discussies die in dergelijke advies commissies gevoerd worden.