Bestemmingswijziging sportvelden naar woningbouw: NMR

Gemeente: saldo na- en voordelen € 2.000 na aftrek 4% NMR.

Rechtbank wijzigt 4% NMR in 3% en komt op tegemoetkoming van € 7.000. Gemeente stelt beroep in.

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 21 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2502), is uitbreiding van een dorpskern, zoals in het plangebied heeft plaatsgevonden, in beginsel een normale maatschappelijke ontwikkeling. Dat betekent op zichzelf nog niet dat deze planologische ontwikkeling in de lijn der verwachtingen lag.

Het college heeft aan de besluitvorming ten grondslag gelegd dat de planologische ontwikkeling niet in strijd is met enig planologisch beleid en om die reden past binnen het door het college gevoerde planologische beleid. De rechtbank heeft deze motivering terecht onvoldoende geacht. Verder heeft het college verwezen naar een integrale visie ‘Van koers naar keuze – Integrale visie op de gebundelde kracht van stad en land’, waarin is vermeld dat de plancapaciteit van de gemeente Rozendaal 60 woningen bedraagt. De rechtbank heeft op zichzelf ook terecht geoordeeld dat de integrale visie geen planologisch beleid bevat.

In hoger beroep heeft het college echter verwezen naar de toelichting bij het bestemmingsplan ‘Kom 2008’, waarin is vermeld dat herontwikkeling is voorzien van de locatie sportvelden De Del voor het realiseren van een nieuwe basisschool met aanvullende woningbouw. Voorts heeft het college er terecht op gewezen dat de woonwijk De Kapellenberg, waar [appellant sub 2] woont, ook is gerealiseerd op een deel van het sportpark De Del. De herontwikkeling van het voormalig sportveldencomplex De Del tot woonwijk past daarmee in het in een reeks van jaren gevoerd gemeentelijk ruimtelijk beleid. Dat betekent dat de ontwikkeling in de lijn der verwachtingen lag en een normaal maatschappelijk risico van 4%, zoals door het college in de besluitvorming is vastgesteld, passend is. De rechtbank heeft ten onrechte zelf voorziend het normaal maatschappelijk risico op 3% van de waarde van het onroerende goed vastgesteld.

ABRS 18-09/19 inzake Rozendaal (ECLI:NL:RVS:2019:3208)

Noot: het komt aan op de onderliggende argumentatie, zoals door gemeente (alsnog) ingebracht bij ABRS.

Noot 2: Verweer gelaedeerde:  ook andere gebieden in het dorp zijn aan te wijzen die als inbreidingslocatie zouden kunnen dienen en waar woningbouw meer voor de hand had gelegen.  ABRS:  de aanwezigheid van andere geschikte locaties leidt niet zonder meer tot de conclusie dat bebouwing van deze locatie niet in de lijn der verwachtingen lag.