Beroep tegen opleggen gedoogplicht

Het verzoek tot vernietiging van de gedoogbeschikking is gebaseerd op artikel 4 lid 1 BP. Het hof stelt voorop dat het toetsingskader in deze procedure beperkt is. In deze zaak is naar het oordeel van het hof geen sprake van onteigening in de zin van artikel 4 lid 1 BP. Daartoe heeft [verzoeker] onvoldoende gesteld. Op grond van artikel 4 lid 1 BP ligt in deze zaak daarom enkel en alleen de vraag voor of in het gebruik van de percelen niet méér belemmering wordt gebracht dan redelijkerwijs nodig is voor de aanleg en instandhouding van het werk. Uitsluitend bezwaren die zijn terug te voeren op dit toetsingskader kunnen door het hof worden beoordeeld. Het Hof laat gedoogplicht in stand.

Gerechtshof Amsterdam 03-0924 inzake Liander (ECLI:NL:GHAMS:2024:2377)

Noot: gelijksoortige overwegingen als recent op deze website geplaatst item:  Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 29-08/24 inzake Waterleiding Maatschappij Limburg (ECLI:NL:GHSHE:2024:2760)