Beoordeling klacht taxateur bij NRVT en viciele rechter

Voor financiële afwikkeling tussen drie broers, heeft de taxateur gronden getaxeerd

NRVT:

[geïntimeerde2] is als taxateur aangesloten bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs (NRVT). [appellant] heeft op 20 oktober 2020 bij het Tuchtcollege van het NRVT een tuchtklacht ingediend. In NRVT Tuchtcollege in hoger beroep heeft bij uitspraak van 23 december 2021 geoordeeld dat [geïntimeerde2] door het achterwege laten van een opdrachtbevestiging in strijd met de NRVT-regelgeving heeft gehandeld, de waarde van de drie percelen in het taxatierapport in het licht van de NRVT-regels onvoldoende heeft gemotiveerd en door het advies van Goorts + Coppens (interpretatie bestemmingsplan) niet aan partijen voor te leggen voordat het definitieve taxatierapport werd vastgesteld onvoldoende transparant is geweest. Aan [geïntimeerde2] is de straf van berisping opgelegd.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:

De taxateur moet bij de uitvoering van de hem verstrekte opdracht de zorgvuldigheid betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Deze maatstaf volgt uit artikel 7:401 BW. Naar welke maatstaf beoordeeld moet worden of een tekortkoming aan de zijde van de opdrachtnemer bij de uitvoering van zijn opdracht tot zijn aansprakelijkheid leidt, wordt mede bepaald door de inhoud en het karakter van de overeenkomst van opdracht. In dit geval weegt in het bijzonder mee dat de overeenkomst van opdracht inhoudt het geven van een bindend advies en dat daarbij de relevante overwegingen en beslissingen in het verdelingsvonnis moeten worden toegepast.

[appellant] heeft – in de akte waarin hij zich heeft uitgelaten over de door [geïntimeerden] bij de memorie van antwoord overgelegde producties – betoogd dat alle door het NRVT Tuchtcollege in hoger beroep gegrond verklaarde klachten “één op één ook civielrechtelijk verwijtbaar zijn, althans aan te merken zijn als civielrechtelijke tekortkomingen.” Volgens [appellant] staat daarmee het onzorgvuldig en onrechtmatig van [geïntimeerden] civielrechtelijk vast.

Het hof volgt [appellant] hierin niet. Het is vaste rechtspraak dat aan het oordeel van de tuchtrechter dat is gehandeld in strijd met de voor het desbetreffende beroep geldende normen en regels, niet zonder meer de gevolgtrekking kan worden verbonden dat de betrokkene civielrechtelijk aansprakelijk is wegens schending van een zorgvuldigheidsnorm. Indien de rechter afwijkt van het oordeel van de tuchtrechter, dient hij zijn oordeel zodanig te motiveren dat het, ook in het licht van de beoordeling door de tuchtrechter, voldoende begrijpelijk is.

  • vastleggen opdracht is in casu voldoende duidelijk. Volgens het dictum van het verdelingsvonnis heeft de door de rechtbank aan te wijzen taxateur de waarde van die drie percelen vast te stellen, welke taxatie “bindend zal dienen te zijn”. Tegen deze achtergrond was de inhoud van de opdracht voldoende bepaald. In het verdelingsvonnis en de tussen partijen gemaakte afspraken is ook niet vastgelegd dat de taxateur eerst nadere afspraken moest maken en in een opdrachtbevestiging moest vastleggen.

De eis tot schriftelijke vastlegging van de opdracht kan ook niet worden verlangd in een specifiek geval als de onderhavige, waarin ten overstaan van de rechter een uitgebreid debat over de waarde van de drie percelen heeft plaatsgevonden, in het verdelingsvonnis het kader wordt aangegeven waarbinnen de waarde van de drie percelen moet worden bepaald, partijen kort na het verdelingsvonnis overeenkomen met inachtneming wat in het verdelingsvonnis is overwogen de rechtbank de taxateur te laten aanwijzen en de taxateur zijn taxatie binnen een korte termijn – door de late aanwijzing feitelijk veel korter dan in het vonnis was aangegeven – heeft uit te voeren.

  • inwinnen advies bestemmingsplan. Ook in dit verwijt volgt het hof [appellant] niet. In de snelle en indringende reactie van (de advocaat van) [appellant] op het concept-taxatierapport werd onder meer betoogd dat [geïntimeerde] tot een onjuiste waarde was gekomen door de gebruiksmogelijkheden van het nieuwe, geldende bestemmingsplan niet mee te wegen. Op deze stelling is een uitgebreid weerwoord van de (advocaat van de) twee broers gevolgd. [geïntimeerden] hebben toegelicht dat tegen deze achtergrond zij ter toetsing van hun interpretatie van de gebruiksmogelijkheden van het nieuwe, geldende bestemmingsplan extern advies hebben ingewonnen, waarbij [geïntimeerden] de kosten voor hun eigen rekening hebben genomen.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 10-01/23 (ECLI:NL:GHARL:2023:268)

Noot: de oordelen van tuchtrechtspraak NRVT en civiele rechter lopen uit een, zoals eerder ook de Raad van State milder oordeelde dan NRVT tucht. Naar de buitenwereld moeilijk uit te leggen dat de civiele rechter nadrukkelijker de omstandigheden van het geval weegt.