Belemmeringenwet privaatrecht / Gasunie

Formele rechtskracht. Afgegeven is een gedoogbeschikking ingevolge artikel 2 Belemmeringenwet privaatrecht. Die beschikking betreft een zogenaamd “afsluiterschema”. Dat is een ondergronds aangebracht samenstel van afsluiters afgedekt met een betonplaat. In het civiele geding komt aan de gedoogbeschikking formele rechtskracht toe. Een vordering tot verwijdering van het afsluiterschema gebaseerd op niet-nakoming van gemaakte afspraken, stuit daarop af. Schadevergoeding dient gevorderd te worden via de weg die artikel 14 lid 1 Belemmeringenwet privaatrecht geeft tenzij het schade betreft die niet via die weg voor vergoeding in aanmerking komt. Via de Belemmeringenwet privaatrecht kan volledige schadevergoeding verkregen worden. Dat het in dit geval desondanks om niet via die weg vergoedbare schade gaat is gesteld noch gebleken.

Hof Arnhem-Leeuwarden 11-09/18 (ECLI:NL:GHARL:2018:8108)

Noot: In weerwil van deze overeenkomst heeft Gasunie het afsluiterschema eind juni 2014 in het perceel aangelegd zonder dat [appellante] daarmee heeft ingestemd.

Gasunie heeft vervolgens op 31 oktober 2014 aan de Minister van Infrastructuur en Milieu (verder: de minister) afgifte verzocht van een gedoogbeschikking ingevolge artikel 2 lid 5 van de Belemmeringenwet Privaatrecht (BP), inhoudende dat [appellante] verplicht is de instandhouding van het afsluiterschema met bijbehorende werken in het perceel te gedogen.

De minister heeft op 14 april 2015 de gevraagde gedoogbeschikking afgegeven. Daarin is, voor zover van belang, overwogen:

“Het werk is inmiddels in gebruik genomen = Gedoogbeschikking voor en reeds aangelegd werk.