De Afdeling stelt vast dat de schadecomponent betreffende waardevermindering van bebouwing van omliggende percelen door TenneT met toepassing van de complexbenadering alsnog is betrokken in het minnelijk overleg. Het door TenneT gedane aanbod tot schadevergoeding wegens waardevermindering van bebouwing op omliggende percelen past in het door TenneT terecht gehanteerde principe van volledige schadeloosstelling. De waardevermindering van bebouwing van omliggende percelen is naar het oordeel van de Afdeling dan ook een relevante schadecomponent waarvan de minister zich moest vergewissen dat die op toereikende wijze in het minnelijk overleg is betrokken. Het tijdens de zitting van 11 april 2017 door de minister ingenomen standpunt dat zijn vergewisplicht enkel betrekking heeft op schadecomponenten die zien op het perceel, waarop de gedoogplicht rust, wordt niet gevolgd, omdat dit onderscheid zich niet verdraagt met het uitgangspunt van volledige schadeloosstelling.
De Afdeling stelt verder vast dat [appellant sub 2] het door TenneT verduidelijkte aanbod tot schadevergoeding wegens waardevermindering van bebouwing op omliggende percelen op 26 april 2016 heeft ontvangen.
Nu het bestreden besluit op 29 april 2016 is genomen, heeft [appellant sub 2] drie dagen gelegenheid gehad om dit aanbod te kunnen beoordelen en daarop te reageren. Dit acht de Afdeling een te korte termijn en derhalve niet toereikend om aan te nemen dat sprake is geweest van een serieuze en redelijke poging van TenneT om langs minnelijke weg tot overeenstemming te komen wat betreft de schadecomponent “waardevermindering”, nog daargelaten dat niet is gebleken dat de minister de genoemde brief van TenneT bij zijn beoordeling van het minnelijk overleg heeft betrokken. Gelet op het vorenstaande heeft de minister in dit opzicht niet aan zijn vergewisplicht voldaan.
ABRS 14-06/17 inzake Minister I&M – TenneT: Doetinchem- Voorst (ECLI:NL:RVS:2017:1581).
Noot: voor “complexbenadering ”waardevermindering” zie art 41 OW: het gaat om zaken die economisch en juridisch een eenheid vormen.
Voor “beslistermijn” op een aanbod zie KB “De Centrale as” (Staatscourant 2012, nr. 15481): een beslistermijn van twee weken is te kort.