BP oud: 10 bedrijven en 10 bedrijfswoningen, waarvan 9 (bedrijfs)woningen gerealiseerd.
BP nieuw: voor bedrijf geldt mogelijkheid bedrijfswoning.
Aanvrager: feitelijk gaat het om burgerwoningen en ik kan nu 1 burgerwoning niet meer realiseren.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat alle ten tijde van de peildatum in het plangebied aanwezige (burger) woningen als bedrijfswoningen moeten worden aangemerkt, nu voor de juridische status van de woningen uitgegaan moet worden van het op grond van het bestemmingsplan Eemspoort 1999 toegestane feitelijke gebruik en niet van het daadwerkelijke feitelijke gebruik. Dat een aantal woningen thans niet aan de definitie van bedrijfswoning voldoet, maakt daarom niet dat zij niet meegerekend dienen te worden in het kader van het aantal gerealiseerde bedrijfswoningen.
Rechtbank Noord-Nederland 14-03/17 inzake Groningen (ECLI:NL:RBNNE:2017:882).
Nu ten tijde van de peildatum negen woningen waren gerealiseerd en deze, gelet op hetgeen hierboven is overwogen, alle als bedrijfswoning moeten worden aangemerkt, kon eiseres onder het oude bestemmingsplan Eemspoort 1999 nog maximaal één bedrijf met bedrijfswoning één bedrijfswoning bouwen. Nu niet in geschil is dat eiseres ook onder het nieuwe bestemmingsplan één bedrijf met bedrijfswoning kan realiseren is geen sprake van planologisch nadeel.
Noot: zie voor inachtneming planologische situatie en niet gebruikssituatie van bedrijfswoning zie ook Bij die taxatie diende het college de planologische situatie als uitgangspunt te nemen. Overgangsrecht niet van belang. ABRS 27-01/16 inzake Utrechtse Heuvelrug (ECLI:NL:RVS:2016:143).