Bedrijfsmatige landbouw artikel 7:312 BW

Pachter bewerkt inmiddels ruim 25 ha akkerbouwgrond, waarvan ongeveer 15 ha in eigendom en 10 ha reguliere pacht. Zijn bouwplan omvat korrelmaïs, suikerbieten, rogge en tarwe. De opbrengsten per ha van deze traditionele, laag renderende gewassen zijn gemiddeld. Pachter beschikt over een uitgebreid maar verouderd machinepark, dat hij zelf, als werktuigbouwkundige, geheel onderhoudt. In de loop der jaren is het areaal door aankoop van grond langzaam uitgebreid en onlangs is een machineberging opgericht. Voorheen huurde de pachter een werktuigenberging. De meeste teelthandelingen verricht pachter zelf, alleen het rooien van de bieten en combinen van de maïs gebeurt door een derde.

De bedrijfsresultaten zijn daarmee in overeenstemming en doorgaans positief met een gemiddelde over de boekjaren 2006/2007 tot en met 2015/2016 van bijna € 9.000. Altijd heeft pachter naast zijn landbouwbedrijf een full time baan gehad en daarmee een hoofdfunctie (en hoofdinkomen) buiten de landbouw. Zijn werkgever stelt de pachter in de gelegenheid tijd voor tijd te schrijven waardoor hij in staat is zijn werktijd flexibel in te richten. Pachter heeft ter zitting verklaard dat hij geen gezin heeft en dat hij in de uren na het werk en in de weekenden op het land is en dat hij het liefst boer is.

Voornoemde feiten en omstandigheden brengen mee dat aan de gezichtspunten als genoemd in [appellanten B]/[geïntimeerde B] (Hof Arnhem 12 mei 2009, ECLI:NL:GHARN:2009:BI4361, Agr.r. 2009/5535), in onderlinge samenhang beschouwd en met inachtneming van alle omstandigheden van het geval voor bedrijfsmatige landbouw wordt voldaan. Bij de toets of sprake is van bedrijfsmatige landbouw geldt niet dat geen sprake meer is van bedrijfsmatige landbouw indien de pachter één jaar een negatief en soms een mager bedrijfsresultaat behaalt.

Gerechtshof Arnhem – Leeuwarden 10-01-2017 (ECLI:NL:GHARL:2017:139).