Afwijzing verzoek tot handhaving, onvoldoende gemotiveerd

Gemeente: Aan het bestreden besluit heeft verweerder – in afwijking van het advies van de commissie voor bezwaarschriften (de commissie) – ten grondslag gelegd dat de verhuur van de clubhuizen, met overnachtingen, aan niet-scoutinggroepen weliswaar strijdig is met het huidige bestemmingsplan Laren-Noord, maar toegestaan is op grond van het overgangsrecht van het vorige bestemmingsplan De Kolonie, omdat onder het bestemmingsplan De Kolonie al sprake was van dergelijke verhuur. Er is geen overtreding omdat geen sprake is van een toename van het met geldende plan strijdige gebruik.

Rechtbank:

  • Nu verweerder (gemeente) heeft nagelaten het benodigde onderzoek te doen naar de peildata voor het overgangsrecht en het op die data bestaande gebruik en daarmee onvoldoende heeft gemotiveerd dat sprake is van voortzetting van op grond van het overgangsrecht toegestaan gebruik, zal de rechtbank het bestreden besluit vernietigen wegens strijd met artikel 3:2 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
  • Gelet op het algemeen belang dat is gediend met handhaving zal, volgens vaste rechtspraak, in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om handhavend op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd dit niet te doen. Dit kan zich voordien, indien concreet zicht op legalisering bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.
  • Van een concreet zicht op legalisatie is vooralsnog niet gebleken. De Stichting heeft ter zitting verklaard ook geen verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan te hebben ingediend een ook verweerder heeft niet gesteld dat dit aan de orde zou zijn.
  • Voor wat betreft de in het geval van een overtreding te maken belangenafweging overweegt de rechtbank verder als volgt: als gemeente toekomt aan belangenafweging dan is nader onderzoek geluidhinder noodzakelijk.

Rechtbank Midden-Nederland, 24-05/18 inzake Laren (ECLI:NL:RBMNE:2018:2267).