De slotsom is dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de omstandigheid dat Ennerveld B.V. als gevolg van het besluit van 16 juli 2010 niet een bungalowpark met 134 bungalows op het Ennerveld heeft kunnen realiseren en daardoor schade heeft geleden, geen nadeel is dat het college zou moeten compenseren. Er is geen sprake van een onevenredig, buiten het normale ondernemersrisico vallend nadeel omdat het risico dat een vergunning niet wordt verleend, omdat niet aan de gestelde eisen wordt voldaan, inherent is aan de ondernemersbeslissing een bungalowpark in een speciale beschermingszone te realiseren waarvoor zodanige vergunning vereist is. De positie van Ennerveld B.V. verschilt niet van anderen die evenmin aan de voorwaarden voor het verlenen van een vergunning voldoen.
ABRS 24-12/14 inzake GS van Gelderland (RVS:2014:4710).