ABRS gaat niet mee in kritiek op planschadeadviseur

Bezwaar gelaedeerde: De gebreken die kleven aan de adviezen van Kenniscentrum zijn er het gevolg van dat de taxatie door een jurist is verricht, in plaats van door een erkend taxateur.

ABRS: dat een bestuursorgaan een besluit op een aanvraag om tegemoetkoming in planschade mag baseren op het advies van een door dat bestuursorgaan ingeschakelde deskundige, indien uit dat advies blijkt welke feiten en omstandigheden aan de conclusies ervan ten grondslag zijn gelegd en deze conclusies niet onbegrijpelijk zijn, tenzij concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid of volledigheid ervan naar voren zijn gebracht.

ABRS 07-06/17 inzake Oud-Beijerland (ECLI:NL:RVS:2017:1513).

Noot: In een eerder uitspraak heeft de Afdeling, anders dan in casu, de kwalificatie van de taxateur wel expliciet gewogen. Zie ABRS 28-09/16 inzake Amsterdam (ECLI:NL:RVS:2016:2583):

“Het college heeft toegelicht dat Reinders Folmer ook veel ervaring heeft in Amsterdam en dat hij in het Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen is ingeschreven. Daarin staat hij vermeld met als vakgebied onteigeningsdeskundige/taxateur en als specialisaties onder meer waardebepaling van onroerende zaken en onteigenings- en planschadetaxaties. Aldus was er geen reden om Reinders Folmer op voorhand als objectief onvoldoende gekwalificeerd aan te merken en heeft de SAOZ hem in redelijkheid als taxateur kunnen inschakelen.”