Aanvraag planschade te laat ingediend

De rechtbank is – anders dan eiseres stelt – van oordeel dat een aanvraag om tegemoetkoming in planschade enkel schriftelijk kan worden ingediend. Dit volgt uit artikel 4:1 van de Algemene wet bestuursrecht, waarin is bepaald dat een aanvraag schriftelijk moet worden ingediend tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. In de Wro of andere relevante regelgeving komt – zoals eiseres en haar gemachtigde ook ter zitting hebben erkend – geen bepaling voor waaruit blijkt dat de aanvraag mondeling of op andere wijze kan worden ingediend. Nu de beheersverordening op 4 juli 2013 in werking is getreden en daarmee onherroepelijk is geworden, diende eiseres op grond van art. 6.1, vierde lid, van de Wro binnen vijf jaar nadien een schriftelijke aanvraag om tegemoetkoming in planschade in te dienen. Door de aanvraag pas op 18 september 2018, dus buiten de termijn van vijf jaar, in te dienen, heeft zij de aanvraag te laat ingediend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 03-08/20 inzake Terneuzen (ECLI:NL:RBZWB:2020:3590)