Woning ligt in Termunterzijl, aan de rand van het Groningenveld. Op NAM rust een risico aansprakelijkheid voor schade als gevolg van aardbevingen door gaswinning. Naar het oordeel van de rechtbank geldt het bewijsvermoeden ex art. 6:177a lid 1 BW zowel ten aanzien van de gevels en de wanden als onveilige scheefstand van de woning. NAM dient in het kader van het door haar te leveren tegenbewijs aannemelijk te maken dat bodembeweging door gaswinning niet de oorzaak is van de schade. NAM is daarin niet geslaagd. Rekenmodellen in het door NAM overgelegde deskundigenrapport zijn niet overtuigend. Transities van de woning en zettingsgevoelige ondergrond maken niet aannemelijk dat schade ook zonder gaswinning zou zijn opgetreden. Woning staat er al 150 jaar en transities dateren van voor 1962. Ten aanzien van NAM verwijzing naar schadestaat. Ten aanzien van de Staat wordt onder verwijzing naar het vonnis van de rechtbank van 1 maart 2017 (ECLI:NL:RBNNE:2017:715) een verklaring voor recht afgegeven dat Staat haar zorgplicht heeft geschonden door in januari 2013 de gasproductie niet te beperken.
Rechtbank Noord-Nederland 15-11/17 inzake NAM en de Staat (ECLI:NL:RBNNE:2017:4350).
Noot: wettelijk ligt hier bewijslast bij exploitant gaswinlocatie en niet bij degene die schadevergoeding claimt. Dat laat onverlet dat de causaliteit c.q. het ontbreken daar van een terugkerend discussie punt blijkt te zijn.