In deze zaak verzoekt de gemeente op grond van art. 26 Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) om nietigverklaring van een koopovereenkomst en samenhangende rechtshandelingen. Bij deze koopovereenkomst (waaraan een geheimhoudingsplicht was verbonden) heeft verkoopster een aantal percelen grond verkocht waarop een gemeentelijk voorkeursrecht was gevestigd, zonder dat de percelen eerst aan de gemeente te koop zijn aangeboden. De rechtsopvolgers van verkoopster verweren zich onder meer met het argument dat nietigverklaring in strijd komt met het proportionaliteitsvereiste van art. 1 van het Eerste Procotol bij het EVRM. Het hof passeert dit verweer en wijst het verzoek van de gemeente toe. Dit oordeel wordt met verschillende rechts- en motiveringsklachten bestreden.
De A-G concludeert: het huidige art. 26 Wvg komt niet in strijd met art. 1 Eerste Protocol EVRM.
Conclusie A-G 12-06/20 inzake Wvg Borne (ECLI:NL:PHR:2020:660)
Noot: het is nu wachten op het oordeel van de Hoge Raad.