De Afdeling stelt voorop dat in het midden kan blijven of het perceel een inbreidingslocatie is. Woningbouw op een inbreidingslocatie in een woonkern is doorgaans weliswaar een normale maatschappelijke ontwikkeling, maar dat laat onverlet dat voor een drempel van 5% vereist is dat die woningbouw in de lijn der verwachtingen lag.
Daarna uitleg van uitspraak van 3 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2402.
Dat de planologische ontwikkeling op het perceel, zoals Vimo op de zitting heeft aangevoerd, maatschappelijk zeer wenselijk was, leidt niet tot een ander oordeel. Een planologische ontwikkeling kan weliswaar zeer wenselijk zijn, maar dat betekent op zichzelf beschouwd nog niet dat een planologische ontwikkeling volledig in de lijn der verwachtingen lag.
De slotsom is dat de planologische ontwikkeling op het perceel weliswaar naar aard en omvang past in de ruimtelijke structuur van de omgeving maar niet past in het gedurende een reeks van jaren door de gemeente gevoerde ruimtelijke beleid. De rechtbank heeft daarom terecht geoordeeld dat het college een normaal maatschappelijk risico van 3% mocht hanteren.
ABRS 16-0o4/25 inzake Weert (ECLI:NL:RVS:2025:1696)
Noot: eveneens NMR ABRS 16-04/25 inzake Roermond (ECLI:NL:RVS:2025:1690)