Verbod reformatio in peius: nadere uitleg

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (bijvoorbeeld in haar uitspraak van 3 december 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BG5885, r.o. 2.6.1), volgt uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) dat het bezwaarschrift er niet toe mag leiden dat het bestuursorgaan de heroverweging gebruikt om een verslechtering van de positie van de indiener te bereiken die zonder bezwaarschriftprocedure niet mogelijk zou zijn. Dat betekent dat het bestuursorgaan het besluit, voor zover het door het bezwaarschrift wordt bestreden, moet heroverwegen en moet nagaan of dit tot een voor de indiener gunstiger resultaat leidt. Leidt de heroverweging tot een voor de indiener ongunstiger resultaat, dan geldt dat alleen indien het bestuursorgaan ook zonder dat het bezwaarschrift zou zijn ingediend tot wijziging van het bestreden besluit ten nadele van de indiener bevoegd zou zijn, artikel 7:11 van de Awb zich er niet tegen verzet dat een zodanige wijziging bij besluit op het bezwaarschrift wordt bewerkstelligd.

Zoals de Afdeling ook eerder heeft overwogen (bijvoorbeeld in haar uitspraak van 3 november 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BO2720, r.o. 2.5.1), kan aan het college in beginsel niet de bevoegdheid worden ontzegd om een besluit tot het toekennen van planschadevergoeding in te trekken of te wijzigen, indien achteraf blijkt dat deze ten onrechte is toegekend, zij het dat deze bevoegdheid wordt begrensd door algemene rechtsbeginselen, in het bijzonder het rechtszekerheidsbeginsel. Van schending van het rechtszekerheidsbeginsel is geen sprake wanneer het besluit wordt ingetrokken omdat de verzoeker onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt en het verstrekken van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit op het verzoek om planschadevergoeding zou hebben geleid.

Gelet op hetgeen is overwogen, volgt de Afdeling het college niet in zijn standpunt dat het te allen tijde bevoegd is een planschadebesluit te wijzigen. Deze bevoegdheid wordt namelijk begrensd door de algemene rechtsbeginselen (onderstreping HS). In dit geval staan deze rechtsbeginselen, en dan met name het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel, in de weg aan intrekking van het planschadebesluit. Daartoe is het volgende van belang.

ABRS 20-11/24 inzake Leiden (ECLI:NL:RVS:2024:4734)

Noot: verbod op reformatio in peius betekent dat enkel een bezwaarschrift niet in het nadeel van de indiener van dat bezwaarschrift mag uitvallen. Zoals ook uit deze uitspraak blijkt, kunnen er wel andere omstandigheden zijn dan enkel het bezwaarschrift die tot heroverweging leiden. Maar daarvan is in deze zaak niet gebleken.

Noot 2: Gaat om planologisch verlies aan aantal te bouwen appartementen (directe schade), waarbij onder oude planologische regime ook al beperkingen golden vanwege ontbreken voldoende parkeerplaatsen, welke beperkingen in het aanvankelijk schadebedrag (waarde onder het oude planologische regime) onvoldoende gewogen zijn.