Wegtracé van de rijksweg A1 dat gedeeltelijk over het bedrijvenpark A1 in Deventer loopt. In verband hiermee heeft de gemeenteraad van Deventer op 23 december 2020 een bestemmingsplan vastgesteld, waarin de westelijke grens van het bedrijvenpark zodanig is opgeschoven, dat het wegtracé het plangebied niet langer doorkruist. Op dezelfde dag heeft de gemeenteraad een herziening van het exploitatieplan vastgesteld, waarin de westelijke grens van het exploitatiegebied zodanig is opgeschoven, dat het wegtracé niet langer onderdeel uitmaakt van het exploitatiegebied.
Aldus kleiner c.q. minder lucratief exploitatiegebied in de vorm van lagere exploitatiebijdragen.
Aan de afwijzing van het verzoek van de gemeente heeft de minister ten grondslag gelegd dat artikel 6.8 van de Wro niet is bedoeld voor vergoeding van schade, maar voor vergoeding van zogenoemde hogere kosten, zodat de gestelde exploitatieschade niet onder het bereik van deze bepaling valt.
De gemeente betoogt dat de minister heeft miskend dat de exploitatieschade wel degelijk op grond van artikel 6.8 van de Wro voor vergoeding in aanmerking komt. Die bepaling gaat over de vergoeding van hogere kosten die een gemeente heeft gemaakt vanwege – in dit geval – bepalingen in een bestemmingsplan dat is vastgesteld op verzoek en ten behoeve van belangen van een ander openbaar lichaam. Uit de memorie van toelichting bij artikel 6.8 van de Wro volgt dat economische schade die de gemeente lijdt voor vergoeding in aanmerking kan komen. Volgens de gemeente sluiten de tekst en de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling niet uit dat een derving van exploitatiebijdragen of derving van opbrengsten uit gronduitgifte op deze grondslag voor vergoeding in aanmerking kan komen.
De Afdeling maakt onderscheid tussen de tekst van artikel 6.8 van de Wro en de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling. De geschiedenis van de totstandkoming van artikel 6.8 van de Wro biedt de gemeente geen aanspraak op vergoeding van gederfde inkomsten.
ABRS 28-08/24 inzake Deventer (ECLI:NL:RVS:2024:3490)
Noot: zuur voor de gemeente die zijn plannen doorkruist zag door plannen van het Rijk. Sjoerd van Hoogmoed weet vanuit eerdere betrokkenheid dat de door de gemeente geleden schade ook in de (minnelijke) onteigening niet voor vergoeding in aanmerking kwam.