Het gaat dan specifiek om gevallen waarin het bestuursorgaan ondanks het gewekte vertrouwen aan andere, zwaarder wegende belangen voorrang geeft en er voor het bestuursorgaan een verplichting kan ontstaan om schade te vergoeden aan degene bij wie het vertrouwen is gewekt. Aanleiding voor het vragen van de conclusie is een rechtszaak die bij de Afdeling bestuursrechtspraak speelt over het intrekken van een vergunning voor het bouwen van een rijhal in Bergen (Limburg). Een eerdere conclusie leidde in mei 2019 tot een uitspraak over het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht. In die uitspraak is een stappenplan uiteengezet. Stap 1. is dat er een toezegging moet zijn gedaan. In stap 2. komt de vraag aan de orde of de toezegging kan worden toegerekend aan bestuursorgaan en in de stap 3. gaat het om de gevolgen van een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel. De conclusie van staatsraad advocaat-generaal Snijders van vandaag gaat over deze derde stap.
Het antwoord dat op deze vraag in deze conclusie wordt gegeven, is dat in het geval waarop de vraag ziet – dat sprake is van door het bestuursorgaan gewekt gerechtvaardigd vertrouwen in de vorm van een toezegging als bedoeld in rov. 11.2 van de Amsterdamse dakopbouw-uitspraak, maar zwaarder wegende belangen aan honorering van dit vertrouwen in de weg staan – de volledige schade moet worden vergoed die de belanghebbende lijdt doordat hij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de toezegging, in dat vertrouwen heeft gehandeld en door dat handelen in een slechtere positie is komen te verkeren dan hij zou hebben verkeerd als het gerechtvaardigd vertrouwen niet bij hem zou zijn gewekt. Dat is dus, kort gezegd, de volledige dispositieschade. Vergoeding van het zogeheten positieve belang – waarbij de belanghebbende financieel in de positie wordt gebracht waarin hij zou hebben verkeerd als de toezegging was nagekomen – is niet aan de orde.
Conclusie Staatsraad A-G 21-08/24; inzake Nieuw Bergen (ECLI:NL:RVS:2024:3420)
Noot: Deze zogenoemde dispositieschade is namelijk een gevolg van het vertrouwen dat het bestuursorgaan ten onrechte bij deze belanghebbende heeft gewekt. Een heel uitgebreide conclusie.
Zie ook (civiele) onteigeningszaak Staat/Groten Zwolle: toezegging brug hoeft Staat niet na te komen. HR 24-12/21 O&A 2022 juli bl. 69: de criteria