Naar het oordeel van de rechtbank is niet in voldoende mate vast komen te staan dat [Taxateur] over de benodigde deskundigheid beschikte. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling volgt dat bij gestelde twijfel over de deskundigheid van de planschadeadviseur, de deskundigheid moet worden onderbouwd met concrete aanknopingspunten, zoals bijvoorbeeld een inschrijving in het NRVT. Voor de rechtbank volgt uit hetgeen ter zitting is besproken dat het college het standpunt van eisers onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Ter zitting is namelijk gebleken dat [Taxateur] niet in de juiste hoedanigheid stond ingeschreven in het NRVT-register. De enkele stelling van het college dat de omstandigheid dat de inschrijving in het NRVT-register niet nodig zou zijn, omdat de taxateur een wettelijke taxatie uitvoert en niet een marktwaardetaxatie, doet niet af aan het vereiste dat de deskundigheid van [Taxateur] onderbouwd moet worden. Voor de rechtbank valt de deskundigheid van [Taxateur] verder niet uit de stukken af te leiden.4 Dat SAOZ betoogt dat [Taxateur] 30 jaar ervaring heeft als taxateur in de regio Noord-Nederland, is daarvoor onvoldoende en doet niet af aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank concludeert daarmee dat het college niet heeft voldaan aan de vergewisplicht. Het betoog slaagt.
Rechtbank Noord-Nederland 20-06/24 inzake Groningen (ECLI:NL:RBNNE:2024:2544)
Noot: het College verwijst tevergeefs naar de rechtspraak van de Afdeling van 02-10/19 inzake N18 (ECLI:NL:RVS:2019:3302) en 16-10/19 inzake A4 (ECLI:NL:RVS:2019:3508)