De werkzaamheden (zoals plaatsen hekwerken wegens rioolaanleg) aan de herinrichting van de route Kijkduin-Houtrust zijn uitgevoerd in de periode 26 maart 2018 tot eind april 2019. Aanvrager heeft planschadeclaim laten vallen en beperkt zich tot Nadeelcompensatie.
SAOZ (door gemeente ingeschakelde adviseur) heeft in het advies van april 2021 de door Kust Kijkduin geleden inkomensschade in de periode eind maart 2018 tot en met eind april 2019 berekend op € 78.750,-. Volgens SAOZ kan de inkomensschade ex aequo et bono voor 50% worden toegerekend aan de route-herinrichting en voor 50% aan de verwezenlijking van het bestemmingsplan. Dit betekent dat € 39.375,- aan schade aan de route-herinrichting kan worden toegerekend. Het te vergoeden nadeel is berekend op € 13.810,-. Daarbij is uitgegaan van een aftrek wegens het normale ondernemersrisico van € 25.666,- (50% van € 51.332,-). Dit bedrag is berekend door toepassing van de drempel van 8% over de (referentie)omzet (8% van € 958.978,- = € 76.718,-), waarbij rekening is gehouden met een brutowinstmarge van 66,91%.
Op verzoek gemeente gevraagde second opinion doet de aanvraag om schadevergoeding af, omdat de schade voor de aanvrager voorzienbaar was. Gemeente volgt deze benadering en wijst verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank: Het college heeft in navolging van de second opinion mogen besluiten 10% van de schade toe te rekenen aan de route-herinrichting en 90% aan de uitvoering van het bestemmingsplan.
ABRS:
Een bestuursorgaan is in het algemeen bevoegd om af te wijken van een met het oog op het op een aanvraag te nemen besluit uitgebracht advies, ook in gevallen waarin het een besluit op een aanvraag om nadeelcompensatie betreft.
De vaststelling van de omvang van het normaal maatschappelijk risico of het normale ondernemersrisico is in de eerste plaats aan het bestuursorgaan dat daarbij beoordelingsruimte toekomt. De Afdeling heeft dit eerder overwogen en verwijst naar de uitspraken van de Afdeling van 18 maart 2020, ECLI:NL:RVS:2020:794, onder 7.6, van 10 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2321, onder 5.1 en van 21 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:850, onder 8.3. Vergelijk ook de overzichtsuitspraak planschade van 28 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2582, onder 8.8 – 8.10 en de daarin genoemde uitspraken.
ABRS concludeert tot voorzienbaarheid: De Afdeling stelt vast dat het ontwerp van de Haagse Mobiliteit Nota en de Verkenning Internationale Ring-west, een uitwerking die binnen dat beleidsvoornemen valt, concrete plannen tot aanpassing, verbetering en reconstructie voor de Noordwestelijke Hoofdroute, de route Kijkduin-Houtrust, bevatten.
ABRS 12-06/24 inzake Den Haag (ECLI:NL:RVS:2024:2408 en ECLI:NL:RVS:2024:2411 etc).
Noot: mooi overzicht over afwijken door bestuursorgaan van advies en van voorzienbaarheid.