Uit de rechtspraak van de Afdeling (onder meer de uitspraken van 12 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1892, en 25 maart 2020, ECLI:NL:RVS:2020:876) volgt dat de opslag van kuilvoer in plastic balen buiten het bouwblok onder agrarisch grondgebruik kan vallen. Dit is mede afhankelijk van de begripsbepalingen en andere planregels. Dat kan betekenen dat het onder omstandigheden is toegestaan om gronden met een agrarische bestemming jaarrond te gebruiken voor de opslag van plastic balen met kuilgras.
ABRS: Hierbij is mede van belang dat de SAOZ in haar advies van 29 oktober 2021 heeft vermeld dat, voor het geval permanente opslag van kuilvoer in het plangebied onder het oude planologische regime inderdaad was toegestaan, Tog de invloed daarvan op de schadefactoren voldoende zwaar heeft gewogen.
[appellant] heeft geen belang bij een oordeel over het tweede deel van het betoog. Indien permanente opslag van kuilvoer in het plangebied niet in strijd zou zijn geweest met artikel 32.1, aanhef en onder f, van de oude planregels en dus was toegestaan, doet dat immers niet af aan het besluit van het college, gelezen in samenhang met het advies van Tog. Dit advies is gaat er juist van uit dat permanente opslag was toegestaan en is niet gebaseerd op de veronderstelling (van de SAOZ) dat uitsluitend tijdelijke opslag van kuilvoer was toegestaan.ABRS 28-06/23 inzake Land van Cuijk (ECLI:NL:RVS:2023:2502)
Noot: de Afdeling laat zich niet uit over de vraag of opslag kuilvoer in balen permanent toegestaan was. De eerste schadebeoordelaar (Tog) ging daar op basis van gemaakt bezwaar in tweede instantie van uit en tweede schadebeoordelaar (SAOZ) adviseert dat als permanent al toegestaan is, Tog de gevolgen daarvan voldoende gewogen heeft. Blijft de vraag of gelaedeerde een afdoende schadevergoeding heeft gekregen.