Tegemoetkoming in planschade in natura; gelaedeerde heeft geen profijt (meer) van zo’n herstel
Volgens de SAOZ zijn de bouwmogelijkheden op beide percelen door het nieuwe bestemmingsplan niet verslechterd, maar de gebruiksmogelijkheden wel. Onder het oude bestemmingsplan waren op de percelen namelijk bedrijven toegestaan voor zover deze voorkwamen in categorie 1, 2 en 3 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, terwijl op grond van het nieuwe bestemmingsplan alleen nog bedrijven zijn toegestaan voor zover deze voorkomen in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten. Daarmee is de mogelijkheid op de percelen een categorie 3-bedrijf te vestigen komen te vervallen. Verder heeft de SAOZ geconstateerd dat in het nieuwe bestemmingsplan onder de categorieën 1 en 2 minder soorten bedrijven mogelijk zijn dan onder de in het oude bestemmingsplan genoemde categorieën 1 en 2.
Standpunt College: [appellant] heeft het perceel aan de [locatie 1] kort na de peildatum, op 29 mei 2015, verkocht en geleverd aan [appellant] Opslag BV. Deze vennootschap heeft de eigendom van het perceel op 23 juli 2021 overgedragen aan SRK Projectmanagement BV. [appellant] is als enig bestuurder van deze vennootschap en als enig bestuurder van de Stichting Wibo, een Stichting Administratiekantoor en de enig aandeelhouder van deze vennootschap, direct bij deze vennootschap betrokken. Daarmee is compensatie in natura volgens het college op dit moment (weer) mogelijk. [appellant] is (indirect) namelijk diegene die profijt heeft van het terugbestemmen van de eerder vervallen planologische mogelijkheden. De door [appellant] eerder geleden schade wordt hiermee gecompenseerd.
ABRS: Dit betekent echter niet dat compensatie in natura in dit geval mogelijk is. Uit de door [appellant] overgelegde notariële akte inzake certificatenoverdracht van 24 oktober 2007 blijkt namelijk dat stichting Wibo alle geplaatste aandelen van MSDR Holding BV geleverd heeft gekregen, dat de stichting daarvoor certificaten van aandelen heeft uitgegeven en dat deze certificaten, die aanvankelijk werden gehouden door [appellant], op 24 oktober 2007, zijn verkocht en geleverd aan [persoon]. Aangezien [appellant] de certificaten van aandelen niet (meer) in handen heeft, heeft hij geen belang (meer) in de vennootschap die het perceel aan de [locatie 1] thans in eigendom heeft. Onder deze omstandigheden kan het college de door [appellant] geleden planschade niet meer wegnemen door de oude planologische mogelijkheden van dit perceel te laten herstellen. Het betoog van [appellant] slaagt.
ABRS 29-03/23 inzake Land van Cuijk (ECLI:NL:RVS:2023:1236)
Noot: qua herstel in natura: in haar overzichtsuitspraak in planschadezaken van 28 september 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2582) heeft de Afdeling hiervoor criteria genoemd.