Beëindiging huurovereenkomst vernietigd

Overeenkomst waarin huurder heeft ingestemd met beëindiging van huurovereenkomst vernietigd omdat verhuurder misbruik heeft gemaakt van de omstandigheden waarin huurder verkeerde.

Nog daargelaten of uit de overeenkomst van 27 oktober 2020 volgt dat sprake is van een beëindiging met wederzijds goedvinden, is de kantonrechter van oordeel dat [eiser01] misbruik heeft gemaakt van de omstandigheden waarin [gedaagde01] verkeerde en de overeenkomst van 27 oktober 2020 om die reden niet rechtsgeldig is, zoals hierna zal worden toegelicht. Van misbruik van omstandigheden is ingevolge artikel 3:44 lid 4 BW sprake wanneer iemand die weet of moet begrijpen dat een ander door bijzondere omstandigheden (niet limitatief), zoals noodtoestand, afhankelijkheid, lichtzinnigheid, abnormale geestestoestand of onervarenheid, bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, het tot stand komen van die rechtshandeling bevordert, ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem daarvan zou behoren te weerhouden. Niet vereist is dat de ander zich actief opstelt; onder omstandigheden kan het in ontvangst nemen van een verklaring al voldoende zijn. Verder is vereist dat er een causaal verband bestaat tussen de omstandigheden en het verrichten van de rechtshandeling. Met andere woorden: zou betrokkene de overeenkomst niet of niet op dezelfde voorwaarden hebben gesloten als het misbruik niet had plaatsgehad?

Rechtbank Rotterdam 30-12/22 (ECLI:NL:RBROT:2022:11458)